3 4
2
1
Druk op de TUNER toets.
2
Selecteer AM of FM met de BAND toets.
3
Druk op de TUNING MODE toets als het "CH"
indicatielampje brandt om de handmatige zender-
selectiefunctie te selecteren.
Het "CH" indicatielampje in het display gaat uit.
Deze toets wordt gebruikt om de tuning mode te veranderen.
4
Selecteer de gewenste zender (autoselectie).
Houd de TUNING/PRESET-toets gedurende 0,5 tot 2 seconden
ingedrukt. Als een zender wordt gevonden, stopt het
instelproces automatisch.
Als u het instelproces wilt stoppen, drukt u op de
TUNING/PRESET-toets.
Zenders selecteren die niet automatisch kunnen worden
ingesteld (handmatige selectie)
Wanneer u kort op de TUNING/PRESET-toets drukt (een halve
seconde of korter), verandert de frequentie in vaste stappen.
Druk herhaaldelijk op de TUNING/PRESET-toets tot u de
zender waarnaar u wilt luisteren heeft gevonden.
< "TUNED" verschijnt in het display als de zender goed en
duidelijk wordt ontvangen.
Tuner
1
FM MODE Toets
Deze toets wordt gebruikt voor het omschakelen tussen
mono- of stereo-ontvangst.
Stereo
FM stereo-uitzendingen worden ontvangen en het "STEREO"
stereo-indicatielampje verschijnt in het display.
< Als het geluid vervormd is en de "STEREO" indicator knippert
dan is het signaal niet sterk genoeg voor een goede stereo-
ontvangst. Verander in zo'n geval de instelling naar MONO.
Mono
Om een zwakke stereo FM ontvangst te compenseren wordt
deze instelling geselecteerd. De signalen wordt nu in mono
weergegeven waarmee een betere klank bereikt wordt.
93