7. DE ELEKTRISCHE POMP AFDANKEN
Wanneer de pomp dermate versleten of beschadigd is dat een reparatie niet meer rendabel is, moet de pomp worden afgedankt overeenkomstig
de plaatselijke milieureglementen.
Volg de volgende instructies wanneer u de pomp afdankt:
- verwijder de olie uit de oliekamer en breng de olie naar een speciaal inzamelpunt,
- scheidt de plastic en rubber onderdelen en breng deze naar een speciaal inzamelpunt,
- verschroot de metalen onderdelen in overeenstemming met de milieuvoorschriften.
Zorg dat geen deel van de pomp in het milieu terecht komt.
8. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
8.1 EENFASIGE ELEKTRISCHE AANSLUITING
Bij eenfasige pompen sluit u de draden die uit de pomp komen als volgt aan:de ZWARTE draad sluit u aan op een draad van de voedingslijn, de
BLAUWE draad op de andere draad van de voedingslijn en op een contact van een condensator met een geschikte capaciteit (45
lijnschakelaar 80 F), de BRUINE draad op het andere contact van de condensator.
EENFASIGE elektrische aansluiting Fig. 3
8.2 DRIEFASIGE ELEKTRISCHE AANSLUITING
Verbind de groen-gele draad met de aarde en voed de overige draden elektrisch. Als de pomp 3 aansluitdraden heeft, dan moeten deze worden
aangesloten op een driefasige voedingslijn met een spanning en frequentie die overeenstemt met de gegevens op het typeplaatje of op een
schakelbord met een aan/uit schakelaar en eventueel een voorziening voor de beperking van de aanloopstroom. Als de pomp 6 aansluitdraden
heeft, dan moeten deze worden aangesloten op een schakelbord met een aan/uit schakelaar en een omschakelaar ster/driehoekaansluiting. Als
de pomp rechtstreeks met een driehoekschakeling wordt aangesloten, dan moet de voedingsspanning overeenstemmen met de laagste spanning
die op het typeplaatje is vermeld en bij een sterschakeling met de hoogste spanning. De voedingsdraden zijn als volgt gemarkeerd:
- 3 draden: U – V – W
- 6 draden: U1 – U2 – V1 – V2 – W1 – W2
DRIEFASIGE elektrische aansluiting Fig. 4 - 5 - 6
8.3 TEMPERATUURVOELERS
De thermische beveiliging – deze is zowel bij eenfasige als bij driefasige motoren ingebouwd – is aangesloten op de draden afkomstig van de
pomp die met de letter T gemarkeerd zijn. De thermische beveiliging moet worden aangesloten op de speciale terminal van het schakelbord en
handmatig teruggezet worden m.b.v. de reset-schakelaar.
8.4 GELEIDINGSVOELERS
De geleidingsvoeler (indien aanwezig) bevindt zich in de oliekamer en is aangesloten op de draad die gemarkeerd is met de letter S. De voeler
moet met het schakelbord verbonden worden.
46
F +