9.
Applicatieprogrammas
De verschillende toepassingsprogramma's in de terminal 3010 bieden u een breed scala aan weegoplos-
singen. In de instellingsmodus kunt u de toepassingsprogramma's aan uw specifieke eisen aanpassen
(zie de afzonderlijke beschrijving 470.702.119 Gebruikersmodus).
Hieronder vindt u een lijst met toepassingsprogramma's die voor u beschikbaar zijn:
9.1 Wegen en tarreren
9.2 Tellen
9.3 Totaal
9.4 Loten
9.5 Intrekking weging
9.6 Programmering van de schakelpunten
9.7 Controleren
9.8 Controle tellen
9.9 Dosering
9.1 Wegen en tarreren
NET
9.2 Tellen
NET
72
Wegen
Na het inschakelen start het apparaat in de weegmodus.
Plaats het weegproduct op het platform en lees het gewicht af.
Wegen met tarra
Zie hoofdstuk 7.3.
Het actieve tarragewicht wordt door het symbool „NET" op het display
weergegeven.
De telfunctie wordt geactiveerd door op de teltoets te drukken.
In de melding „Add XXX" (XXX = No. of reference parts) wordt u gevraagd één of
meerdere referentie-onderdelen op het platform te plaatsen. Door herhaaldelijk
op de teltoets te drukken, kunt u de referentiemonsterhoeveelheid voor
lichtreferentiemonsterhoeveelheden in stappen van 1/2/5/10/10/25/50 wijzigen.
Plaats de referentiedelen op het platform en bevestig met de toets Afdrukken.
Plaats vervolgens de boekhoudstukken op het platform en lees het bedrag af.
Druk op de Delete toets om over te schakelen naar de Weegmodus.
Reken op tarra
Zie hoofdstuk 7.3.
Het actieve tarragewicht wordt op het display door het symbool „NET" aangegeven.
Weergave van het gewicht van het werkstuk
Druk op de Info-toets en vervolgens op de TELtoets om het gewicht van het stuk
weer te geven. Druk op de Delete toets om terug te keren naar de weegmodus.