5.2 VULLEN VAN DE PELLETTRECHTER
Open het deksel van de pellettrechter aan de bovenzijde van de kachel en vul de
trechter voorzicht voor 3/4 met pellets. Zorg ervoor dat er geen pellets in de kachel
vallen. Sluit vervolgens het deksel.
Raak nooit roterende onderdelen binnenin de pellettrechter aan. Om het
risico te vermijden dat u roterende onderdelen binnenin de pellettrechter
aanraakt, is het best de kachel altijd volledig uit te schakelen door de
stekker uit het stopcontact te halen.
Als de trechter tijdens de werking toch bijgevuld zou moeten worden,
zorg er dan voor dat de pellets en/of de pelletzak niet in contact komt
met hete delen van de kachel omdat dit kan leiden tot gevaarlijke
situaties. Zorg ervoor dat u nooit roterende onderdelen binnenin de
pellettrechter aanraakt.
6. ONDERHOUD
Door de warmte, de as en het residu die ontstaan door de verbranding van de brand-
stof is regelmatig schoonmaken en onderhoud door zowel de eindgebruiker als een
geautoriseerd technicus nodig. Periodiek de kachel zorgvuldig schoonmaken is be-
langrijk voor de veiligheid en voor een efficiënte werking en verhoogt tegelijkertijd
de levensduur van de kachel. Gebruik geen staalwol, waterstofchloride of andere bij-
tende, agressieve of krassende producten voor het schoonmaken van de binnen- of
buitenkant van de kachel. In het bijzonder na langere periodes van stilstand, moet de
kachel en het schoorsteensysteem gecontroleerd worden op blokkeringen.
6.1 DOOR DE (EIND-)GEBRUIKER UIT TE VOEREN ONDERHOUD
11.
Buig en knik de kabel niet.
Voer pas onderhoud aan de kachel uit nadat u hebt gecontroleerd of de
kachel van binnen en van buiten helemaal is afgekoeld!
Trek voorafgaand aan onderhoud altijd de stekker van de kachel uit het
stopcontact.
Taak
De buitenkant van de kachel
schoomaken
Het reinigen van de ruit
De branderpot reinigen
De aslade schoonmaken
Frequentie*
Elke twee weken
Voor iedere opstart. Ook bij opstart in geval
van timerfunctie
Voor iedere opstart. Ook bij opstart in geval
van timerfunctie
Wanneer de lade vol is en voor elke opstart.
Ook bij opstart in geval van timerfunctie
1
137