beelding 19 en 20). Indien de branderpot verkeerd wordt teruggeplaatst,
zal de kachel niet ontsteken.
6.5 REINIGEN VAN DE WARMTEWISSELAAR
De warmtewisselaar moet dagelijks gereinigd worden met behulp van een schra-
per. Zorg ervoor dat de kachel uitgeschakeld is en de kacheldeur gesloten is. Be-
weeg de hendel van de schraper, welke gemonteerd is in het uitblaasrooster (zie
afbeelding 21) naar voren en vervolgens weer naar achteren. Herhaal deze hande-
ling 5 à 6 keer totdat de schraper zonder weerstand heen en weer te bewegen is.
6.6 DE VUURHAARD REINIGEN
Reinig eerst de warmtewisselaar (zie hoofdstuk 6.5 reinigen van de warmtewis-
selaar).
1.
Verwijder de branderpot met aslade. Zie hoofdstuk 6.4
2.
Verwijder het hitteschild, welke zich boven de kachel bevindt.
a. Druk het hitteschild aan de voorzijde omhoog (afbeelding 22) zodat de
bevestigingspunten 2 (afbeelding 23) vrijkomen. Beweeg vervolgens het
hitteschild naar voren zodat ook bevestigingspunt 1 (afbeelding 23) vrij
komt.
b. Beweeg de achterzijden van het hitteschild naar beneden (afbeelding 24).
c. Druk nu de linkerzijde omhoog in de richting van pijl 1 (afbeelding 25) en
draai de rechterzijde naar beneden in de richting van pijl 2 (afbeelding
25).
d. Neem vervolgens het hitteschild uit de verbrandingskamer.
3.
Demonteer vervolgens de inwendige beplating van de vuurhaard.
a. Verwijder de schroeven 1 en 2 (afbeelding 26).
b. Maak de beplating los met behulp van een schroevendraaier (afbeelding
27).
c. Trek de beplating naar voren richting de deur en verwijder deze uit de
vuurhaard. Herhaal deze handeling voor de beplating aan de rechterzijde
(afbeelding 28 en 29).
d. Verwijder het schot aan de achterzijde van de vuurhaard door het schot
naar voren te halen. Maak eventueel gebruik van een schroevendraaier.
Verwijder het schot uit de kachel (afbeelding 30).
e. Verwijder de schotten aan de linkerzijde en rechterzijde. Schuif het zij-
schot ongeveer 2 cm naar voren in de richting van de deur tot voorbij het
gedeelte welke wordt aangegeven met de pijl (afbeelding 31).
f. Beweeg vervolgens de bovenzijde van het schot naar het midden van de
vuurhaard en neem het schot uit de kachel. Herhaal deze handeling om
ook het schot aan de rechterzijde van de kachel uit de vuurhaard te ne-
men (afbeelding 32).
g. Verwijder de bodemplaat aan de rechterzijde. Beweeg deze omhoog met
behulp van een schroevendraaier en neem de plaat uit de kachel (afbeel-
ding 33).
h. Verwijder de bodemplaat aan de linkerzijde door deze eerst 3 cm hori-
zontaal naar rechts te schuiven waarna deze uit de vuurhaard kan wor-
den genomen (afbeelding 34 en 35).
4.
Reinig de vuurhaard, het gedeelte onder de branderpot en de beplating
met een borstel en een stofzuiger.
1
139