Raak nooit roterende onderdelen binnenin de pellettrechter aan. Om het
risico te vermijden dat u roterende onderdelen binnenin de pellettrechter
aanraakt, is het best de kachel altijd volledig uit te schakelen door de
stekker uit het stopcontact te halen.
Als de trechter tijdens de werking toch bijgevuld zou moeten worden,
zorg er dan voor dat de pellets en/of de pelletzak niet in contact komt
met hete delen van de kachel omdat dit kan leiden tot gevaarlijke
situaties. Zorg ervoor dat u nooit roterende onderdelen binnenin de
pellettrechter aanraakt.
6. ONDERHOUD
Door de warmte, de as en het residu die ontstaan door de verbranding van de brand-
stof is regelmatig schoonmaken en onderhoud door zowel de eindgebruiker als een
geautoriseerd technicus nodig. Periodiek de kachel zorgvuldig schoonmaken is be-
langrijk voor de veiligheid en voor een efficiënte werking en verhoogt tegelijkertijd
de levensduur van de kachel. Gebruik geen staalwol, waterstofchloride of andere bij-
tende, agressieve of krassende producten voor het schoonmaken van de binnen- of
buitenkant van de kachel. In het bijzonder na langere periodes van stilstand, moet de
kachel en het schoorsteensysteem gecontroleerd worden op blokkeringen.
6.1 DOOR DE (EIND-)GEBRUIKER UIT TE VOEREN ONDERHOUD
11.
Buig en knik de kabel niet.
Voer pas onderhoud aan de kachel uit nadat u hebt gecontroleerd of de
kachel van binnen en van buiten helemaal is afgekoeld!
Trek voorafgaand aan onderhoud altijd de stekker van de kachel uit het
stopcontact.
Taak
De buitenkant van de kachel
schoomaken
Het reinigen van de ruit
De branderpot reinigen
De aslade schoonmaken
Reinigen van de warmtewisselaar
De vuurhaard reinigen
De afdichting van de vuurdeur
controleren
1
154
Frequentie*
Elke twee weken
Voor iedere opstart. Ook bij opstart in geval
van timerfunctie
Voor iedere opstart. Ook bij opstart in geval
van timerfunctie
Wanneer de lade vol is en voor elke opstart.
Ook bij opstart in geval van timerfunctie
Dagelijks
Elke 2 weken
Tweemaal per jaar, de eerste keer aan het
begin van het seizoen en / of als er 2500 kg
aan pellets verstookt zijn
De pellettrechter en wormaandrij-
Een keer per maand en / of als er 2500 kg
ving reinigen
aan pellets verstookt zijn
Het reinigen van de pellettoevoer-
Een keer per week
buis
6.2 DE BUITENKANT VAN DE KACHEL SCHOONMAKEN
Maak het oppervlak van de kachel met (heet) water en zeep schoon. Gebruik geen
schurende of op oplosmiddelen gebaseerde schoonmaakproducten, anders kan de
afwerklaag van het oppervlak beschadigd raken.
6.3 DE RUIT SCHOONMAKEN
De ruit van de kacheldeur moet voor iedere opstart gereinigd worden
om inbranden van roet en asdeeltjes te voorkomen.
Het glas is hittebestendig, maar kan door snelle temperatuurveranderingen bar-
sten. Laat daarom de ruit volledig afkoelen voordat deze wordt gereinigd. Gebruik
gewone glasreinigingsspray en schoonmaaktissues.
Reinig de glazen ruit uitsluitend als de kachel helemaal is afgekoeld!
6.4 DE BRANDERPOT MET ASLADE REINIGEN
De kachelpot met aslade moet voor elke opstart gereinigd worden.
1.
Haal de kachelpot en de aslade uit de verbrandingskamer. Zie afbeelding 16
& 17.
2.
Reinig de aslade.
3.
Reinig de branderpot en het rooster ervan met een borstel of stofzuiger.
Als de gaten van het rooster verstopt zitten, gebruik dan een puntig instru-
ment om de gaten vrij te maken (zie afbeelding 18).
4.
Reinig de ruimte onder de branderpot en de ruimte onder de aslade met
een stofzuiger.
G
Open gaten en een proper rooster van de verbrandingskamer zijn
uiterst belangrijk voor een goede verbranding van de pellets.
5.
Plaats de branderpot en de aslade terug in de kachel. Zorg ervoor dat de
branderpot op de juiste manier wordt teruggeplaatst. Zorg dat de grote
opening bij de ontstekingsstaaf geplaatst wordt (zoals aangegeven in af-
beelding 19 en 20). Indien de branderpot verkeerd wordt teruggeplaatst,
zal de kachel niet ontsteken.
6.5 REINIGEN VAN DE WARMTEWISSELAAR
De warmtewisselaar moet dagelijks gereinigd worden met behulp van een schra-
1
155