BESCHRIJVING VAN DE FUNCTIES
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvo-
rens de functies op het gereedschap te controleren of
af te stellen.
Trekschakelaar (Fig. 1)
LET OP:
• Alvorens het netsnoer op het stopcontact aan te slui-
ten, dient u altijd te controleren of de trekkerschakelaar
behoorlijk werkt en bij loslaten onmiddellijk naar de
"OFF" positie terugkeert.
Voor het inschakelen van het gereedschap, hoeft u de
trekkerschakelaar slechts in te drukken. Laat de trekker-
schakelaar los voor het uitschakelen.
Voor continu boren wordt de trekkerschakelaar en vervol-
gens de vergrendelingsknop ingedrukt.
Om het gereedschap uit te schakelen vanuit de vergren-
delingsstand, wordt de trekkerschakelaar volledig inge-
drukt en vervolgens losgelaten.
Snelheidsregelknop (Fig. 2)
Alleen voor 9911
De bandsnelheid kan worden afgesteld op een willekeu-
rige snelheid tussen 75 m en 270 m per minuut door de
snelheidsregelknop te draaien en in te stellen op een cij-
fer van 1 tot 6. De snelheid vermeerdert wanneer de
knop in de richting van cijfer 6 wordt gedraaid, en vermin-
dert wanneer deze in de richting van cijfer 1 wordt
gedraaid.
Kies de snelheid die geschikt is voor het werkstuk dat u
wilt schuren.
LET OP:
• Als het gereedschap gedurende een lange tijd op een
lage snelheid wordt gebruikt, raakt de motor overbe-
last, wat leidt tot een defect van het gereedschap.
• De snelheidsregelknop kan niet verder dan 6 en niet
verder terug dan 1 worden gedraaid. Forceer de knop
niet voorbij 6 of 1, aangezien de snelheidsregeling
daardoor defect kan raken.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en dat
zijn stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens
enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Aanzetten of verwijderen van de schuurband
(Fig. 3)
Trek het hefboompje totaal uit, monteer dan de schuur-
band voordat u het hefboompje terug in de oorspronke-
lijke positie zet.
LET OP:
• Wanneer u de schuurband installeert, wees er zeker
van dat de richting van de pijl op de achterkant van de
band hetzelfde is als die op de machine. (Fig. 4)
Centreren van de band (Fig. 5)
Schakel het gereedschap in en controleer of de schuur-
band goed gecentreerd is. Als de rand van de band ver-
der komt dan de rand van de staalplaat of meer dan
8 mm ervan is verwijderd, dient u de stelschroef te ver-
draaien om de band te centreren.
Stofzak (Fig. 6)
Bevestig de stofzak op de stofuitwerpmond. De stofuit-
werpmond is taps. Bij het bevestigen van de stofzak,
duwt u deze met kracht zo ver mogelijk op de stofuit-
werpmond om te voorkomen dat deze tijdens gebruik los
raakt.
Gooi de inhoud in de stofzak weg en tik zacht tegen de
stofzak zodat ook het stof dat tegen de binnenkant kleeft,
en verdere afzuiging kan hinderen, eruit valt.
Wanneer de stofzak ongeveer halfvol is, haalt u de stof-
zak van het gereedschap af en trekt u de sluiting eraf.
OPMERKING:
• Als u een Makita-stofzuiger aansluit op uw gereed-
schap, kunt u nog efficiënter en schoner werken.
Een Makita-stofzuiger aansluiten (Fig. 7)
Door een Makita-stofzuiger op de bandschuurmachine
aan te sluiten, kunt u nog schoner werken.
Als u een Makita-stofzuiger aansluit, hebt u ook een los
verkrijgbare slang met een inwendige diameter van
28 mm nodig.
BEDIENING
Schuren (Fig. 8)
LET OP:
• Het gereedschap mag het oppervlak van het werkstuk
niet raken op het moment dat u het gereedschap in- of
uitschakelt.
Als u dit toch doet, kan dit leiden tot een slecht schuur-
resultaat of beschadiging van de schuurband.
Houd het gereedschap met beide handen stevig vast.
Schakel het gereedschap in en wacht totdat het op volle
snelheid is gekomen. Plaats vervolgens het gereedschap
zachtjes op het te schuren oppervlak. Zorg ervoor dat de
schuurband volledig in aanraking is met het werkstuk en
beweeg het gereedschap heen en weer. U dient nooit
kracht op het gereedschap uit te oefenen. Het gewicht
van het gereedschap zelf is al voldoende. Teveel druk op
het gereedschap kan leiden tot afslaan of oververhitting
van de motor. Ook kan terugslag (kickback) en zelfs
brandvlekken op het werkstuk veroorzaakt worden.
Klemmen (optioneel accessoire) (Fig. 9)
Dit gereedschap kan ook in de omgekeerde positie wor-
den gebruikt. Hiervoor dient u het gereedschap door mid-
del van twee klemmen aan een stabiele werkbank vast te
maken.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en zijn
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens te
beginnen met inspectie of onderhoud.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor kunnen verkleuring, vervormingen
en barsten worden veroorzaakt.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
inspectie en vervanging van de koolborstels, en alle
andere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen te
worden uitgevoerd bij een erkend Makita-servicecentrum
of Makita-fabrieksservicecentrum, en altijd met gebruik
van Makita-vervangingsonderdelen.
17