Benaming en functie van de onderdelen
Bereik van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op de sensor (Î) op het
voorpaneel van het hoofdtoestel. U kunt de
afstandsbediening gebruiken tot op 7 m van het
hoofdtoestel en binnen een hoek van 30° aan beide
zijden van de sensor.
7 m
30°
Als u problemen hebt met de
afstandsbediening
÷ De afstandsbediening kan niet goed werken als er zich
tussen de afstandsbediening en de sensor op het
hoofdtoestel obstakels bevinden.
÷ Het bereik zal geleidelijk korter worden als de batterijen
leeg raken; vervang als u dit merkt de oude batterijen zo
spoedig mogelijk door verse.
÷ Het scherm van dit toestel produceert infrarode stralen. Als
u een videorecorder of een ander apparaat dat een
infrarode afstandsbediening heeft in de nabijheid van dit
toestel zet, is het mogelijk dat deze apparatuur
moeilijkheden zal ondervinden bij het ontvangen van het
infrarood signaal van de betreffende afstandsbediening of
dat deze het signaal helemaal niet meer kan ontvangen. In
een dergelijk geval dient u de component in kwestie verder
van dit toestel vandaan te zetten.
÷ Afhankelijk van de omgeving waarin het toestel
geïnstalleerd is, kan het voorkomen dat ook de
afstandsbediening van dit toestel zelf last heeft van de door
het plasmadisplay geproduceerde infrarode straling en de
ontvangst van de signalen belemmerd wordt of het bereik
verkort. De sterkte van de door het scherm geproduceerde
infrarode straling zal afhangen van het weergegeven beeld.
8
Du
30°
Sensor
afstandsbediening
Aansluitingenpaneel
Het aansluitingenpaneel is voorzien van twee video-
ingangen en een video-uitgang. Tevens zijn er een audio-
ingang en luidspreker-aansluitingen, en een CONTROL IN/
OUT aansluiting voor het aansluiten van PIONEER
componenten met het Î beeldmerk.
Zie de bladzijdenummers tussen haakjes bij elk item voor
nadere bijzonderheden betreffende de verbinding met de
diverse in- en uitgangsaansluitingen.
1
SPEAKER (R) aansluiting
Voor het aansluiten van een externe rechter
luidspreker. Sluit hierop een luidspreker aan met een
impedantie van 8 - 16 Ω (blz. 14).
2
CONTROL IN/OUT (mono ministekkerbussen)
Voor het aansluiten van PIONEER componenten die
voorzien zijn van het Î beeldmerk. Door gebruik te maken
van de CONTROL aansluitingen kunt u het plasmadisplay
bedienen als onderdeel van een systeem (blz. 15).
3
COMBINATION IN/OUT
SLUIT NIETS AAN OP DEZE AANSLUITINGEN.
Deze aansluitingen worden alleen gebruikt bij de
fabricage.
4
RS-232C
SLUIT NIETS AAN OP DEZE AANSLUITING.
Deze aansluiting wordt alleen gebruikt bij de
fabricage.
5
INPUT1 (mini D-sub 15-pins)
Sluit hierop een personal computer (PC) of een
vergelijkbare component aan. Let erop dat de
gemaakte verbinding correspondeert met het soort
ingangssignaal dat ontvangen wordt van de
aangesloten apparatuur (blz. 12 t/m 14).
6
OUTPUT (INPUT1) (mini D-sub 15-pins)
Gebruik de OUTPUT (INPUT1) aansluiting om het
videosignaal door te geven aan een externe monitor
of andere component.
Opmerking: Het videosignaal wordt niet via de
OUTPUT (INPUT1) aansluiting doorgegeven wanneer
het plasmadisplay uit of standby staat (blz. 13).
7
INPUT2 (BNC aansluitingen)
Sluit hierop een personal computer (PC) of een
vergelijkbare component aan. Let erop dat de
gemaakte verbinding correspondeert met het soort
ingangssignaal dat ontvangen wordt van de
aangesloten apparatuur (blz. 12 t/m 14).