Benaming en functie van de onderdelen
Hoofdtoestel
Hoofdtoestel
3
Hoofdtoestel
1
Display-standaard
2
Sensor afstandsbediening
Richt de afstandsbediening op deze sensor om het
toestel te kunnen bedienen (blz. 8).
3
STANDBY/ON indicator
Deze indicator is rood wanneer het toestel uit
(standby) staat en wordt groen wanneer het toestel
wordt aan gezet (blz. 19).
De indicator knippert groen wanneer de
stroombeheerfunctie in werking is (blz. 24).
Het knipperende patroon wordt ook gebruikt voor het
aangeven van foutmeldingen (blz. 33).
Bedieningspaneel op het hoofdtoestel
4
STANDBY/ON toets
Druk hierop om het display aan of uit (standby) te
zetten (blz. 19).
5
INPUT toets
Druk hierop om de signaalbron te kiezen (blz. 19).
6
Du
Bedieningspaneel op het hoofdtoestel
1
2
Opmerking
Wanneer er los verkrijgbare luidsprekers zijn
aangesloten zal het bedieningspaneel op het
hoofdtoestel niet functioneren.
6
MENU toets
Druk hierop om het in-beeld menuscherm te openen
of te sluiten (blz. 17 t/m 30).
7
ADJUST(5/∞/3/2) toetsen
Gebruik deze toetsen om onderdelen op de
menuschermen te kiezen en diverse instellingen voor
het toestel te verrichten.
Op de in-beeld menuschermen wordt telkens duidelijk
aangegeven hoe u op het huidige scherm de
cursortoetsen dient te gebruiken (blz. 17 t/m 30).
8
SET toets
Druk hierop om diverse instellingen voor het toestel
aan te passen of in te voeren (blz 17 t/m 30).
9
SCREEN SIZE toets
Druk hierop om het schermformaat te kiezen (blz. 21).
0
AUTO SET UP toets
Bij gebruik van een computer-ingangssignaal kunt u
POSITION en CLOCK/PHASE automatisch op de
optimale waarden instellen (blz. 26).
4
5
6
7
8
9
0