Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 28

4. INSTALLATIE

Zorg ervoor dat de geplande locaties een goede luchtcirculatie, zonder overbodig stof en overmatige trillingen
hebben voor u begint met de installatie van de set.
Het is aanbevolen om het product eerst te testen vooraleer definitief te installeren (respecteer de polariteit (4 afb. 4).
Plaats 4 batterijen van het type LR20 in de elektronische controle-eenheid om de draagwijdte van de radiofrequen-
tie te testen.
De antenne moet zo ver mogelijk verwijderd staan van alle mogelijke metalen voorwerpen, nesten van ongedierte
of obstakels tussen uw controle-eenheid en uw huis. De antenne moet ook elk contact met bladeren of takken
vermijden. Om optimale prestaties te bereiken moet de antenne ook hoog genoeg (ongeveer 1,60 m boven de
grond) geplaatst worden en in verticale positie.
Nadat het product is getest, dient u de batterijen te verwijderen vooraleer u verdergaat met de montage.
Belangrijk: Deze videofoon heeft een bereik van 300 m in het vrije veld. Afhankelijk van het soort en het aantal
obstakels tussen of naast de installatie kan dit bereik afnemen. Het is daarom absoluut noodzakelijk om alle com-
ponenten van de videofoon te testen zonder te installeren om uit te maken wat de beste locaties zijn voor de
buitenpost en de monitor.
a. Installatie van de buitenpost en de elektronische controle-eenheid op batterijen
(afb. 4-5-6)
Opgelet: Gebruik geen oplaadbare batterijen.
1. Gebruik de regenkap als sjabloon om 2 geschikte gaten te boren aan de buitenkant van de drager en bevestig
de buitenpost. (5-6 afb. 6). Gat 7 moet gedeeltelijk het batterijenvak doorboren.
2. Breng een siliconen afdichting (4) aan tussen de kap en de muur om te vermijden dat er regenwater tussen
sijpelt. (Gebruik geen silicone op basis van azijnzuur (azijngeur)).
3. Gebruik een zesaderige kabel voor de verbinding tussen de controle-eenheid en de buitenpost en houd hierbij
rekening met de kleuren. (9 afb 3)
Tip: we raden aan om de kabels (die van de buitenpost en die van de elektrische slotplaat) door een bescherm-
koker te voeren om ze te beschermen tegen schokken en slechte weersomstandigheden. Knip de overschotten
van de kabel met 6 geleiders niet af, zo vermijdt u oxidatie of slecht contact. Het is beter om die op te rollen
tussen de drager en de elektronische controle-eenheid.
4. Na het bepalen van de ideale plaats kunt u de definitieve montage uitvoeren.
Opgelet: raak het circuit niet rechtstreeks aan (cf. opmerking in het hoofdstuk over veiligheidsinstructies)
5. Gebruik 2 schroeven en de 2 gaten, bovenaan en onderaan, om de controle-eenheid vast te maken. De antenne
bevindt zich bovenaan links (afb. 5).
6. Vergeet niet eerst de verbindingskabel naar de buitenpost en 2 draden (Afb. 1-8) voor de verbinding naar de
deuropener door het gat van de drager te steken (u dient dus een gat te boren door de drager). Deze 2 draden
worden vervolgens verbonden met de elektrische slotplaat of het elektrische slot via de aansluitklem "LOCK" van
de elektronische controle-eenheid.
7. Sluit vervolgens opnieuw de bovenklep van de bedieningsunit en draai de 6 schroeven aan. (afb.5)
Opm.: Installeer enkel de originele antenne en breng geen silicone bij de kabeldoorgangen.
Opgelet: Plaats in geen geval de batterijen voordat de installatie volledig afgelopen is.
... de netvoeding niet aansluiten
Als de elektronische controle-eenheid gevoed wordt door een externe stroombron
van het soort transformator WETR 14602 SER.R1 of een automatische poort (12 of 24 V AC / DC), dan dient
ze aangesloten te worden op de aansluitklemmen ~ - en ~ + van de elektronische controle-eenheid. Bij een ge-
lijkstroom V DC dient u veel aandacht te schenken aan de polariteit (- +). (zie 7 afb.4)
Als u een externe stroombron van 12/24 V AC/DC gebruikt, dan is het noodzakelijk dat u de batterijen verwijdert.
CFI EXTEL MINI - 10/2016
NL4
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido