Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
de bedieningskast in werking stelt.
De positie van de alarmvlotter moet zo gekozen
worden dat :
- Het niveau waarop de alarmvlotter aangrijpt, lager
is dan het niveau waarop het afvalwater aankomt.
- Het niveau waarop de alarmvlotter aangrijpt
hoger is dan de hoogte van de steun.
- Het niveau waarop de alarmvlotter deactiveert
hoger is dan het niveau waarop de pompvlotters
activeren.
- De alarmvlotter de vlotterschakelaars van de
pomp niet hindert en het filter niet kan verstoppen.
3.5 INSTALLATIE VAN DE BEDIENINGSKAST
Het bedieningskastje moet binnenshuis worden
geïnstalleerd op een plaats die beschermd is tegen
vocht, vorst en overstroming.
Het alarmsignaal is altijd zichtbaar voor de
gebruiker.
3.6 HYDRAULISCHE AANSLUITING
Sluit de uitlaat aan op een pijp of kanaal met
een buitendiameter van 40 mm en een minimale
binnendiameter van 25 mm.
3.7 AANSLUITING OP EEN EXTERN ALARM
(OPTIONEEL)
Mogelijkheid om het alarmsignaal extern te maken.
Droogcontact (geen voltage) NO (normaal open)
werkzaam bij maximaal 250V/16A relais.
Alarmcontact kan worden aangesloten op een
elektriciteitssysteem. Dit contact wordt afgesloten
zodra het station op de alarmmodus staat en blijft
afgesloten zolang als het alarm klinkt.
3.8 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Maak de elektrische aansluiting pas
na voltooiing van de definitieve
aansluitingen.
De
pompen
worden
bedieningskast.
• Sluit de pompkabels en de alarmvlotter aan op
het bedieningskastje zoals aangegeven op pagina
9. Let op de kabelkleuren op de sleuven.
• Sluit de schakelkast elektrisch aan. Sluit het
apparaat op het spanningsnet aan volgens de
geldende normen van het land. Het stroomcircuit
van het apparaat moet worden geaard (klasse
I) en beschermd door een hoge gevoeligheid
differentieelschakelaar (30 mA). De koppeling
moet
uitsluitend
worden
stroomvoorziening van het apparaat.
gevoed
vanuit
de
gebruikt
voor
de
3.9 KABELS BEVESTIGEN
De
mogen de vlotterbewegingen niet
hinderen. Ze mogen niet in contact komen met de
zeef of de waaier van de pomp.
Houd de voedingskabels van de pomp aan de
leidingen bevestigd met de meegeleverde plastic
klemmen.
4. INGEBRUIKNEMING
Voor de inbedrijfstelling, controleer
de pomp op afwezigheid van
externe beschadigingen om ongelukken met de
elektrische stroom te voorkomen.
Plaats de pomp in een waterniveau van ten minste
50 mm om de pomp op gang te brengen.
De aanzuiging mag niet verstopt zijn met modder
en/of vezelachtige vloeistoffen.
Vermijd drooglopen, pompen zonder vloeistof.
5. GEBRUIK
Het is verboden om de pomp te
gebruiken voor het leegpompen
van bassins, zwembaden... wanneer er mensen in
het water zijn.
Rainkit Sanisub 800 werkt automatisch.
In normaal bedrijf (alarmvlotter gedeactiveerd)
werken de pompen afwisselend.
Als de pomptijd voor één pomp langer is dan 1
min en/of de alarmvlotter is geactiveerd, start de
tweede pomp.
5.1 BEDIENINGSKAST
5.1.1 Beschrijving
Geïntegreerde pompcontrole en monitoringskastje
voor 2 pompen.
• Spanning: 1~ 220-240 V
• Frequentie: 50-60 Hz
• IPX4
• 2,5 m kabel
5.1.2 Gebruik
De voedings-LED brandt continu geel wanneer de
kast is ingeschakeld.
De werkings-LED van de pomp brandt continu
groen wanneer de pomp in werking is.
5.2 ALARMMELDINGEN IN DE SCHAKELKAST
RODE
GROENE
ALARM-
POMP-LED
LED
constant
beide aan
aan
constant
constant
overeenkomsti-
aan
ge pomp-LED*
knippert (1s
AAN/1s UIT)**
constant
de 2 LED's
aan
knipperen
tegelijkertijd
29
kabels
(pompen,
AKOESTISCH
TYPE ALARM
ALARM
ja
Hoog niveau
continu
ja
Overstroom
onderbroken
geen
Storing
activering
vlotter alarm
NL
vlotter)
