LET OP
Let op dat de omgevingstemperatuur, tijdens de werk-
zaamheden niet hoger is dan 50 °C en niet lager is dan
–20 °C.
LET OP
Het product maakt deel uit van de 20V IXES serie en
mag alleen met accu's uit deze serie worden gebruikt.
Accu's mogen alleen met opladers uit deze serie wor-
den opgeladen. Let hierbij op de specificaties van de fa-
brikant.
8.1
Riemclip (11) monteren
1. Bij werkonderbrekingen kan het product met de geïn-
tegreerde riemclip (11) aan de riem worden gehan-
gen.
2. Schroef de riemclip (11) met de bout (12), naar keuze,
op het rechter of linker schroefpunt van het product.
Gebruik hiertoe een kruiskopschroevendraaier (niet
meegeleverd).
Opmerking:
Let op dat het product is uitgeschakeld en tegen onvoor-
zien inschakelen is geborgd.
8.2
Accu (5) in de accu-houder (6)
plaatsen/verwijderen (afb. 2)
Accu plaatsen
1. Breng de draairichtingsschakelaar (10) in de middel-
ste positie (blokkering).
2. Schuif de accu (5) in de accu-houder (6). De accu (5)
klikt hoorbaar vast.
Accu uitnemen
1. Druk op de ontgrendelingsknop (7) van de accu (5) en
trek de deze uit de accuhouder (6).
8.3
Inzetstuk plaatsen/verwijderen
WAARSCHUWING
Inzetstukken kunnen scherp zijn en tijdens het gebruik
heet worden. Draag altijd veiligheidshandschoenen, als
u met inzetgereedschap werkt.
VOORZICHTIG
Houd uw handen uit de buurt van het inzetgereed-
schap, wanneer het product in bedrijf is.
Opmerking:
* = niet meegeleverd!
1. Draai de snelspanboorkop (2) linksom tot de opening
van de boorkop (1) groot genoeg is, om het inzetstuk*
op te nemen.
2. Schuif het inzetstuk* zo ver mogelijk in de snelspan-
boorkop (2).
3. Draai de snelspanboorkop (2) rechtsom om het inzet-
stuk* vast te klemmen.
4. Om het inzetstuk* weer te verwijderen, draait u de
snelspanboorkop (2) open en trekt u het inzetstuk er
uit.
50 | NL
8.4
Testrun
Opmerking:
Voer voorafgaande aan de eerste werkzaamheden en na
elke wisseling van het inzetstuk een onbelaste testrun uit.
Schakel het product onmiddellijk uit als het inzetstuk on-
gelijk loopt, als er aanzienlijke trillingen zijn of als u abnor-
male geluiden hoort.
1. Controleer voor gebruik of het inzetstuk juist is aange-
bracht, oftewel gecentreerd in de snelspanboorkop (2)
zit.
2. Schroefbits worden aangegeven met afmetingen en
de vorm. Als u niet zeker bent, controleert u eerst of
de bit zonder speling in de schroefkop zit.
8.5
Versnelling
1. Schuif de versnellingsschakelaar (4) op 1
overeenkomstig een laag of hoog geselecteerd toe-
rental.
Versnelling 1 :
Geschikt voor:
Draaisnelheid:
Koppel:
Versnelling 2 :
Geschikt voor:
Draaisnelheid:
Koppel:
8.6
Draairichting instellen
LET OP
De draairichtingsschakelaar mag uitsluitend in stilstand
worden gebruikt.
Met de draairichtingschakelaar kunt u de draairichting van
het product selecteren (rechtsom en linksom) en het pro-
duct beveiligen tegen onbedoeld inschakelen. De pijl op
de draairichtingschakelaar geeft de werkrichting aan.
1. Wacht tot het product tot stilstand is gekomen.
2. Schuif de draairichtingsschakelaar (10) in de gewens-
te positie:
– Rechtsom: Voor het boren en het indraaien
van schroeven. Druk de draairichtingsschake-
laars naar rechts.
– Linksom: Voor het losdraaien van schroeven.
Druk de draairichtingsschakelaars naar links.
3. Inschakelblokkering: Draairichtingsschakelaar in de
middelste positie.
8.7
Koppel instellen
LET OP
De koppelinstelring mag uitsluitend in stilstand worden
gebruikt.
Opmerking:
Het bereiken van de vooraf ingestelde koppelgrens gaat
vergezeld van een duidelijk ratelen. Dit geluid wordt ver-
oorzaakt door de antislipkoppeling.
www.scheppach.com
of 2 ,
-1
0 - 450 min
Schroefwerkzaamheden
Laag
Hoog
-1
0 - 1600 min
Boorwerkzaamheden
Hoog
Laag