Belangrijke Informatie Over De Afwerking Van Een Helix; Proefprothese - Ottobock 7E10 Helix 3D Instrucciones De Uso

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 90

3.2.1 Belangrijke informatie over de afwerking van een Helix

Maximale abductie/adductie
1. Gebruik voor het vastschroeven van de ingietplaat (7Z53) aan de bekkenkorf in het frontale vlak uitsluitend de
in afbeelding 1 hieronder gemarkeerde boorgaten van de ingietplaat.
Het heupscharnier kan dan desgewenst worden afgesteld op maximale abductie/adductie (afb. 2).
2. Aan de onderkant van de ingietplaat kunnen alle boorgaten worden gebruikt voor het vastschroeven van de
plaat aan de bekkenkorf.
Maximale endo-/exorotatie – Gebruik van de afstandsring 4G576
INFORMATIE
Zorg ervoor dat u bij het gipsen van de bekkenkorf de gipswiggen zoals in hoofdstuk 3.2 (Ingietplaat positio­
neren) van de gebruiksaanwijzing van het Helix
Gebruik voor de periode waarin de prothesedrager de proefprothese draagt, de meegeleverde afstandsring zoals
hieronder afgebeeld.
Zo kunnen de maximale endo­ en exorotatie van het heupscharnier worden ingesteld en kan hiervan gebruik wor­
den gemaakt zonder dat de achterste stuuras de ingietplaat raakt.
INFORMATIE
De afstandsring 4G576 is uitsluitend bedoeld voor de periode waarin de proefprothese wordt gedragen. Zorg
er bij het vervaardigen van de definitieve bekkenkorf voor dat u de ingietplaat voldoende naar buiten richt en
dat de bekkenkorf een laminaatdikte heeft van minimaal 2,5 mm.
Wanneer de achterste stuuras van het heupscharnier de bekkenkorf toch raakt, kan het laminaat aan deze kant
worden afgeslepen.
3
144 | Ottobock
1
heupscharnier beschreven ca. 5° naar buiten gericht plaatst.
3D

proefprothese

3D
4
2
5
Helix
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido