REF. 60020
4. Als bij het installeren van een nieuw mes veron-
treiniging wordt gedetecteerd, reinigt u zowel het
mes als ook de zitting ervan elke keer.
5. Steek het nieuwe mes in de klem met een sleutel
of een schroevendraaier in de juiste richting.
6. Controleer de uitlijning en positie van het nieuwe
mes en de klem, die moeten bij het eerder geïns-
talleerde versleten mes passen.
7. Draai met de meegeleverde sleutel de eerder los-
gedraaide drie messchroeven vast.
8. Het ontwerp van deze schaafmachine biedt twee
messen, die parallel zijn geplaatst. Herhaal de
bovenstaande procedure om een ander mes te
vervangen.
9. Controleer na het vervangen van de messen door
een liniaal, hun parallelliteit en locatie op hetzelfde
oppervlak, als de achterste grondplaat.
Als de messen niet parallel zijn, kunnen ze met de
meegeleverde sleutel als volgt worden afgesteld:
1. Draai de drie bevestigingsschroeven van het mes
los.
2. Wanneer u de schroef met een sleutelgat, dat de
mesklem vastzet, met de klok mee draait, gaat het
mes omhoog.
3. Wanneer u de schroef met een sleutelgat, dat de
mesklem vastzet, tegen de klok in draait, wordt het
mes verlaagd.
4. Draai de drie eerder losgedraaide schroeven vast.
Aandrijfriem vervangen
1. Draai de schroeven los en verwijder de riemafde-
kking.
2. Verwijder de versleten aandrijfriem van de grote
schijf en het aandrijfwiel en maak ze vervolgens
schoon.
3. Schuif de nieuwe riem op de bovenkant van het
aandrijfwiel, draai hem met de hand en plaats hem
op de grote schijf.
4. Zorg ervoor, dat de aandrijfriem zich in de groeven
van het aandrijfwiel en de schijf bevindt.
5. Installeer het riemdeksel en draai de bevesti-
gingsschroeven vast.
Correcte schaafmesinstelling
Om ongelijkmatige bewerking en te bewerken opper-
vlaktedefecten te voorkomen, moet het mes zo worden
afgesteld, dat de snijkant van de beweegbare basis
vooraan (A) precies is uitgelijnd en aan het oppervlak
van de achterste vaste basis (B) parallel is:
Hieronder volgen VERKEERDE en ongeldige mesins-
tellingen:
BEELD
aan het opper-
· 39 ·
STORING
OORZAAK
De snijkant van
een of beide
Inkepingen
messen loopt
niet parallel ten
vlak
opzichte van de
achterste gron-
dplaat
De snijkant van
een of beide
Het bord
messen steekt
wordt in het
niet voldoende
begin dieper
uit ten opzichte
gesneden
van de achterste
grondplaat
De snijkant van
een of beide
Het bord
messen steekt
wordt aan het
overmatig uit ten
einde dieper
opzichte van de
gesneden
achterste gron-
dplaat