8 Onderhoud, reinigen en opbergen / 9 Slijtageonderdelen / 10 Garantie
Sproeidoppen, filterinzetstuk en vulzeef reinigen:
x
Hou de sproeilans in het sproeimiddelreservoir
of in een geschikt opvangreservoir voor sproei-
middel en bedien het handventiel totdat er geen
vloeistof wordt gepompt om het apparaat drukvrij
te maken.
x
Sproeidopopzetstuk met zuiver water afspoelen.
x
Sproeidopopzetstuk uit elkaar schroeven.
x
Reinig de afdichtingen, de filter, de sproeidop en
de vulzeef met zuiver water en een zachte
borstel.
Blaas de sproeidop nooit door met de mond!
Sproeidoppen niet met harde voorwerpen
reinigen!
x
Afzonderlijke onderdelen van het sproeidop-
opzetstuk opnieuw samen schroeven (Fig. 22).
8.8 Stilleggen en opbergen
Bereid het apparaat overeenkomstig paragraaf 8.7
voor om het op te bergen.
Bewaar het apparaat op een droge, vorstvrije en
veilige plaats bij een omgevingstemperatuur van
max. 35 °C en beschermd tegen directe
zonnestralen.
Er mogen geen open vuren of dergelijke in de
omgeving voorkomen.
Onbevoegd gebruik – met name door kinderen –
moet worden vermeden.
NEDERLANDS 14
Verschillende componenten zijn onderhevig aan
van het gebruik afhankelijke slijtage of normale
slijtage en moeten zo nodig tijdig worden
vervangen.
De onderstaande aan slijtage onderhevige
onderdelen vallen niet onder de fabrieksgarantie:
x
Alle rubberen onderdelen die in contact komen
met sproeimiddel
x
Sproeidoppen
x
Filter
x
Afdichtingen
Wij garanderen een perfecte kwaliteit en dragen de
Fig. 27
kosten op zich voor verbetering achteraf door het
vervangen van defecte onderdelen in het geval van
materiaal- of fabricagefouten die binnen de
garantieperiode na de dag van de verkoop
optreden.
Let erop dat in sommige landen specifieke
garantievoorwaarden gelden. Informeer bij twijfel
bij uw verkoper. Hij is als verkoper van het product
verantwoordelijk voor de garantie.
Wij vragen uw begrip ervoor dat voor de volgende
schadeoorzaken geen garantie kan worden
geaccepteerd:
x
Het niet opvolgen van de handleiding.
x
Het niet uitvoeren van de vereiste onderhouds-
en reinigingswerkzaamheden.
x
Slijtage door normaal verbruik
(vooral: afdichtingen, membranen, pakkingen,
sproeidoppen en filters).
x
Gebruik van niet-toegestane werkgereedschap-
pen en maaivoorzieningen.
x
Gebruik van geweld, ondeskundige behandeling,
misbruik of ongeluk.
x
Ingrepen door ondeskundige personen of
ondeskundige pogingen tot reparatie.
x
Onbevoegde wijzigingen aan het apparaat.
x
Gebruik van ongeschikte reserveonderdelen of
niet-originele onderdelen, voor zover deze de
schade veroorzaken.
x
Gebruik van niet-toegelaten middelen in het
sproeimiddelreservoir
x
Schade die te herleiden is tot gebruiksomstan-
digheden uit het verhuurbedrijf.
Reinigings-, onderhouds- en instelwerkzaamheden
worden niet erkend voor garantievergoeding.
Alle garantiewerken moeten worden uitgevoerd
door een door ons erkende gespecialiseerde
werkplaats.
9 Slijtageonderdelen
10 Garantie