NEDERLANDS
2.
Stel de parallelliteit in met de
schroeven (22) en schuif het buisge-
leideframe tot tegen de aanslag in
de draagbuizen aan de basisplaat.
Om de parallelliteit te controleren,
schuift u de slede met aanslagregel
langs de zijkant van de zaagma-
chine: de afstand moet over het vol-
ledige traject gelijk blijven.
3.
Draai de vleugelschroeven (23)
vast.
Het nulpunt van de aanslagregel
instellen
1.
Draai de inbusschroef (25) los.
25
2.
Draai de vleugelschroeven (24) los.
3.
Schuif de aanslagregel (27) tot ca.
5 mm zijdelings tegen de afdekkap
(26) en draai de vleugelschroeven
weer vast.
27
4.
Voer een proefsnede uit.
5.
Draai de vleugelschroeven (24) los
en richt de aanslagregel precies zo,
dat
het
schaallint
afstand tot de snijlijn weergeeft.
6.
Draai de vleugelschroeven (24) en
de inbusschroef (25) vast.
De rechte hoek van de aanslagregel
instellen
1.
Zwaai de aanslagbegrenzer (29)
van de slede naar boven.
29
14
2.
Stel de aanslagschroef (28) op de
aanslagbegrenzer zo in, dat de aan-
slagregel precies loodrecht staat op
het zaagblad (controleer met meet-
hoek).
De parallelliteit van de slede ten
opzichte van het tafelblad instellen
1.
Draai de inbusschroef (30) los.
2.
Draai de inbusschroef (31) aan de
onderzijde los en stel deze zo in, dat
24
het oppervlak van de slede ca.
1 mm boven het oppervlak van de
zaagtafel ligt.
3.
Draai de inbusschroef (30) vast.
4.
Herhaal de instelling voor de andere
geleidingsrol.
5.
Stel de excenter (32) van de steun-
rol aan de onderzijde van de slede
met een sleutel van 17 mm zo in,
26
dat het oppervlak van de slede
parallel ligt met het tafeloppervlak
(controleer met aanslagregel).
de
correcte
6.
Herhaal de instelling voor de andere
steunrol.
7.
Controleer de instellingen:
− De oppervlakte van de slede
moet in lengte- en in dwarsrich-
ting parallel verlopen met het
28
oppervlak van het tafelblad.
− De slede mag niet wankelen –
beide steunrollen moeten op de
geleidebuis liggen.
30
31
32
De speling van de sledegeleiding
instellen
1.
Stel de excenter (33) van de gelei-
dingsrol aan de onderzijde van de
slede met een sleutel van 17 mm zo
in, dat de slede niet kan wankelen,
maar nog lichtjes kan glijden.
33
2.
Herhaal de instelling voor de andere
geleidingsrol.
Het schaallint van de aanslagrel
omkeren
Naargelang de montage van de slede
aan de linker- of rechterzijde van de
zaagmachine gebeurt, moet het schaal-
lint (34) van de aanslagregel worden
aangepast:
•
Montage aan de linkerzijde
cijfers worden groter naar links.
•
Montage aan de rechterzijde
cijfers worden groter naar rechts.
Om het schaallint om te keren, draait u
de inbusschroef (35) los, keert u het
schaallint om en draait u de inbus-
schroef weer vast.
35
34