afdichtring goed is aangebracht. Voorkom lekkage
door de aansluiting handvast aan te draaien.
2) Bevestig het andere uiteinde van de toevoerslang(en)
aan de waterkraan. Zorg ervoor dat de afdichtring(en)
goed is/zijn aangebracht voordat u de aansluiting
handvast aandraait.
Opmerking: indien waterfiltering of -zuivering wordt
gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat
alleen de ijsmachine is aangesloten op
de gezuiverde watertoevoer, niet de
condensor.
3) Draai flexibele grijze afvoerslangen (meegeleverd)
handvast aan op de R3/4" uitwendige aansluiting.
Zorg er daarbij voor dat de rubber afdichtingsring
goed is aangebracht voor een lekvrije aansluiting.
Deze slangen kunnen zonodig op lengte worden
gesneden voor een passende aansluiting op de
hoofdafvoer.
Uitwendig
Toevoerslang
Afvoerslang
Afb. 7
6. OPSTARTPROCEDURE
1) Controleer of het stroomsnoer uit het stopcontact
is verwijderd.
2) Zet de bedieningsschakelaar op het bedienings-
paneel in de stand "ON".
3) Draai de watertoevoerkraan open.
4) Sluit de netvoeding aan en schakel de ijsmachine
in.
5) Nu gebeurt achtereenvolgens het volgende:
Watertoevoer
Aansluiting G3/4"
Waterafvoer
R3/4"
Stroomonderbreker (6A)
Afb. 6
1. Controleer de kwaliteit van het geproduceerde
2. Het ijs dat tijdens het testen van de ijsmachine
Watertoevoerkraan
3. Reinig voor ingebruikname van de ijsmachine
Toevoerslang
17
NEDERLANDS
a) Het waterreservoir loopt vol.
b) De aandrijfmotor start.
c) De compressor start.
Bedieningspaneel
Bedieningsschakelaar
Motorbeveiliging (3A)
Afb. 8
BELANGRIJK
ijs.
is geproduceerd, mag niet worden gebruikt
voor consumptie. Het is mogelijk verontreinigd
met deeltjes afkomstig uit het watercircuit.
Spoel het ijs weg door de afvoer.
eerst de bunker (zie "III. 1. REINIGEN" in de
instructiehandleiding).