Nederlands
(2) Takken van een omgevallen boom afzagen:
Zaag eerst de takken af die de grond niet raken en
daarna de takken die de grond wel raken. Bij het
afzagen van dikke taken die de grond raken zaagt u
de tak eerst vanaf boven ongeveer half door en daarna
zaagt u de tak vanaf onder door. (Afb. 26)
LET OP
○ Bij het afzagen van taken die de grond raken moet u
voorzichtig zijn dat het zwaard niet door de druk vast
komt te zitten.
○ Houd er rekening mee dat de stam plotseling kan gaan
rollen bij het afzagen van de laatste takken.
3. Boomstammen doorzagen
Bij het doorzagen van een boomstam die geplaatst
is zoals aangegeven in Afb. 27 zaagt u de boomstam
eerst vanaf onder ongeveer een derde door en daarna
zaagt u de boomstam vanaf boven helemaal door. Bij
het doorzagen van een boomstam die over een kuil ligt
zoals aangegeven in Afb. 28 zaagt u de boomstam
eerst vanaf boven ongeveer twee derde door en
daarna zaagt u vanaf onder naar boven.
LET OP
○ Pas op dat het zwaard niet door de druk in de boomstam
klem komt te zitten.
○ Wanneer u op een helling werkt, moet u altijd aan de
hellingopwaartse zijde van de boomstam staan. Als u
aan de hellingafwaartse zijde van de boomstam staat,
kan de boomstam naar u toe rollen.
4. Een houtblok zagen dat plat is gelegd
Zorg ervoor dat het houtblok stabiel is.
Duw de punt tegen het houtblok. Gebruik de punt als
draaipunt waarop de hendel kan worden opgetild om
het zagen te vergemakkelijken. (Afb. 29)
5. Een houtblok zagen dat aan beide uiteinden wordt
ondersteund
Zaag eerst tot een diepte van ongeveer een derde
vanaf de bovenkant en zaag dan van onderen om de
zaagsnede te voltooien.
De geleiderbalk kan vast komen te zitten in de
zaagsnede als u vanaf de bovenkant helemaal
probeert door te zagen. (Afb. 30)
Voorzorgsmaatregelen bij de zaagwerkzaamheden
Voor
uitgebreide
ononderbroken werken
Dit gereedschap is uitgerust met een beveiligingscircuit
voor oververhitting dat de elektronische onderdelen
die de oplaadbare accu regelen beschermt. Tijdens
aanhoudend gebruik of tijdens werkzaamheden
onder hoge belastingen gegenereerd door druk
tegen
het
gereedschap,
van het gereedschap stijgen en uiteindelijk het
oververhittingsbeveiligingscircuit activeren, waardoor
het gereedschap wordt uitgeschakeld.
Laat in dit geval het gereedschap gedurende enige
tijd afkoelen. Wanneer de temperatuur is afgenomen,
kan het gereedschap weer opnieuw gebruikt worden.
Wanneer de oplaadbare accu tijdens langdurig gebruik
verwisseld moet worden, het gereedschap gedurende
ongeveer 15 minuten laten afkoelen.
Grijp/drukkracht van de kettingzaag
Pak de kettingzaag altijd stevig vast.
Druk niet harder dan nodig is op de kettingzaag. De
zaagsnelheid is niet groter wanneer tijdens het zagen
extra hard op de kettingzaag wordt gedrukt. Hierdoor
wordt wel de motor extra belast, wat resulteert in een
lagere prestatie en mogelijk beschadiging of een
defect van de motor of het zwaard tot gevolg.
Gebruik het gereedschap binnen het bereik waar de
zaagketting met normale snelheid werkt.
werkzaamheden
of
zal
de
temperatuur
Als de zaagketting stopt (vast komt te zitten) als
gevolg van het uitoefenen van een te grote druk, kan
dit mogelijk letsel of een defect van het gereedschap
veroorzaken.
Kettingvanger
○ De kettingvanger bevindt zich dichtbij de aandrijving,
net onder de ketting en dient om te voorkomen dat een
gebroken ketting de gebruiker zou kunnen raken.
○ Wanneer de zaagketting is gebroken, vervangt u deze
door een nieuwe zaagketting zoals beschreven in
"Aanbrengen (vervangen) van de zaagketting".
SLIJPEN VAN HET KETTINGBLAD
WAARSCHUWING
Om ongelukken te voorkomen, moet u de schakelaar
altijd uitzetten en de accu uit de hoofdbehuizing halen.
LET OP
Slijp de zaagketting en stel de dieptemeter af op de
middelste positie op de geleiderbalk, met de ketting
aan de hoofdbehuizing bevestigd.
OPMERKING
Slijp de zaagketting en stel de dieptemeter op de
middelste positie van het zwaard af, met de zaagketting
aan het gereedschap bevestigt.
Wanneer de scherpte van een zaagketting afneemt,
worden de motor en de andere onderdelen van het
gereedschap extra belast en levert het gereedschap een
inferieure prestatie.
Voor een optimale werking van het gereedschap is
regelmatig onderhoud vereist om de zaagketting scherp
te houden.
1. Slijpen van de bladen
Gebruik een ronde vijl met een diameter van 4 mm.
De ronde vijl moet tegen het zaagblad worden
gehouden, zodat één vijfde van de diameter boven
de bovenkant van het zaagblad uitsteekt, zoals
weergegeven in Afb. 31.
Slijp de bladen door de ronde vijl onder een hoek van
30° ten opzichte van de geleiderbalk te houden, zoals
weergegeven in Afb. 32.
Vijl de bladen door de ronde vijl voorzichtig in de
richting van de greep te duwen.
Zorg ervoor dat de ronde vijl de zaagketting niet raakt
bij
wanneer u de vijl terugtrekt.
Zorg ervoor dat alle zaagbladen met dezelfde hoek
worden gevijld, anders wordt de zaageffi ciëntie van
het gereedschap negatief beïnvloed. De juiste hoeken
voor het slijpen van de bladen zijn aangegeven in
Afb. 33. (Ronde vijl is los verkrijgbaar.)
2. Afstelling van de dieptemeter
WAARSCHUWING
○ Schuur het bovenste deel van de bumperband en de
bumperkoppeling niet, en zorg ervoor dat voornoemde
onderdelen niet vervormd raken.
○ Aanpassing van dieptemeters moet in lijn zijn met
de vooraf bepaalde afmetingen en vormen, anders
kan het risico op terugslag toenemen, wat letsel kan
veroorzaken.
Bumperbindriem
Dieptemeters moeten allemaal op dezelfde manier
worden uitgelijnd omdat ze worden gebruikt om de
diepte aan te passen op de positie waar het blad het
hout ingaat.
76
Bumperkoppeling