NEDERLANDS
2. NORMAL POWER MODE
In de normale energiemodus is de SmartSHUNT
zichtbaar op het NMEA2000 netwerk, geeft de LEDS
de SHUNT-status aan (zie paragraaf 4.4) en de Wi-Fi
voor configuratie en bewaking van de batterij.
4 Installatie
4.1
Montage aanbeveling
SMARTSHUNT heeft een platte bodem en moet met
twee schroeven op een stevig oppervlak naast de
batterijpakketten
draadlengte van de batterijpolen naar de connector op
SMARTSHUNT te minimaliseren. Hiermee wordt de
meetfout tot een minimum beperkt.
Werk niet aan het elektrische systeem
terwijl het onder stroom staat.
Installeer de SmartSHUNT niet in de
buurt van ontvlambare stoffen.
Plaats de SmartSHUNT niet in een nat,
vochtig of op hoge temperatuur gelegen
compartiment.
Ongeautoriseerde wijzigingen sluiten de
aansprakelijkheid van fabrikanten uit
voor eventuele resulterende schade.
Meng geen batterijen van verschillende
merken, spanningen of capaciteiten.
4.2
NMEA2000 Specificaties
Parameter
Compatibiliteit
Bit rate
Verbinding
Table 42: NMEA2000 specifications
4.3
Verbindingslijnen
Voeding & batterij-ingangen B1-B3
LXNAV SMARTSHUNT wordt gevoed door een 4-pins
terminalconnector van waaruit het ook spanningen
van maximaal drie batterijen meet. De maximaal
toelaatbare spanning op elke +Bx-aansluiting is 65 V.
Probeer bij het installeren zo kort mogelijke draden te
maken en houd ze uit de buurt van bronnen met een
hoge stroomsterkte, zoals kabels, elektromotoren,
enz.
Figure 36: Battery terminals
Page 58 of 112
worden
gemonteerd
Beschrijving
NMEA2000 compatibel
250 kbps
A coded M12 connector
om
de