2.5 Als de oplader op AC-vermogen aangesloten is, kan hij tegelijkertijd
één (1) lithium-ionbatterij (of 2 AA/AAA Ni-MH batterijen) in het
vakje en vier (4) zaktoestellen via de USB-poort opladen.
2.6 Als u toestellen oplaadt via de USB-poort, zal het blauwe
LED-indicatielampje (16) oplichten. Als het opladen beëindigd is,
zal het blauwe LED-lampje (16) uitgaan of knipperen.
3. Oplaadindicatie
3.1 Als de polariteiten van de lithium-ionbatterij gedetecteerd en verzekerd
zijn, zal het blauwe LED-lampje (13) oplichten; duw (8) naar voren en
druk op de dekselhouder (10) om de batterij vast te zetten.
3.2 Als de oplader ingeschakeld is (9), zal het groene LED-lampje (12)
oplichten. De oplader is nu ingeschakeld en klaar om op te laden.
Als het rode LED-lampje (14) of (15) oplicht, is de geïnstalleerde
batterij aan het opladen.
Opmerking:
Als de batterij begint op te laden, zullen de blauwe (13) en de rode
(15) LED-lampjes knipperen. Dit is normaal tijdens het oplaadproces.
3.3 Als het rode LED-lampje (14) of (15) groen wordt, toont dit aan
dat de batterij voor 95% opgeladen is; de oplader zal vervolgens
het druppelladen starten voor ongeveer 30 minuten om de batterij
volledig op te laden.
4. Oplaadmodus voor Ni-MH Batterijen
Installeer 2 AA Ni-MH oplaadbare batterijen in het batterijvakje (19)
(indien u AAA batterijen gebruikt, gebruik de 2 hulsadapters), en het
rode LED-lampje (14) zal oplichten. Als het rode LED-lampje (14)
groen wordt, is de batterij volledig opgeladen. Als het rode LED-lampje
(14) knippert bij het installeren van de batterijen, geeft dit aan dat
de batterijen niet-oplaadbare alkalinebatterijen of verouderde Ni-MH
oplaadbare batterijen zijn.
20