Aritech RF-9011-07-1 Hoja De Instalación página 38

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 17
Zodra de looptestmodus op de repeater is ingeschakeld, voert
u de standaard looptestprocedure uit op sensoren zoals
gespecificeerd in de documentatie van het relevante
inbraakpaneel.
Bovendien kan de repeater worden getest door de
sabotageknop minstens 2 seconden ingedrukt te houden.
Opmerking:
Deze functionaliteit wordt alleen ondersteund op
XGen/XGenConnect-panelen.
De looptestmodus kan worden uitgeschakeld door DIP-
schakelaar 1 op Uit te zetten.
Opmerking:
De looptestmodus wordt na 10 minuten
automatisch uitgeschakeld als het deksel van de repeater
gesloten is (sabotageschakelaar niet geactiveerd). Om in dat
geval de looptestmodus opnieuw te activeren, moet u DIP-
schakelaar 1 op Uit en vervolgens weer op Aan zetten.
Sensor inleren
Een installatie kan maximaal 16 repeaters bevatten.
Het totale aantal van alle apparaten, sensoren en repeaters
mag het maximale aantal draadloze sensoren dat door het
inbraakpaneel wordt ondersteund, niet overschrijden.
Als het paneel bijvoorbeeld maximaal 64 draadloze sensoren
ondersteunt en de installatie 5 repeaters vereist, kan het
systeem maximaal 64-5 = 59 sensoren ondersteunen.
Repeaters kunnen verschillende netwerken vormen,
bijvoorbeeld:
Ketting - een netwerk van repeaters met sensoren
(afbeelding 4)
Ster - een netwerk van repeaters met sensoren
(afbeelding 5)
Een gemengd netwerk van repeaters met sensoren
(afbeelding 6)
Algemene regels voor het inleren van apparaten
Alle sensoren en alle repeaters moeten in het paneel
worden ingeleerd. Zie secties 1 en 2 hieronder voor
inleerprocedures.
Sensor X mag alleen in repeater Y worden ingeleerd als
de gegevens van sensor X rechtstreeks door repeater Y
worden ontvangen. Bijvoorbeeld in het gemengde netwerk
in de bovenstaande afbeelding:
- Sensor-ID 9 moet worden ingeleerd in repeater-ID 2
(directe verbinding).
- Sensoren ID's 10, 11 en 12 mogen NIET worden
ingeleerd in repeater ID 2 (indirecte verbindingen).
Zie "Sensoren inleren in repeaters" hieronder voor
inleerprocedure.
Repeater X mag alleen in repeater Y worden ingeleerd als
repeater Y signalen van repeater X opnieuw uitzendt en
de verbinding tussen beide direct is.
Bijvoorbeeld in het gemengde netwerk in bovenstaande
afbeelding:
- Repeaters ID 3 en ID 4 moeten in repeater ID 2 worden
ingeleerd.
38 / 52
- Repeater ID 1 mag NIET worden ingeleerd in repeater
ID 2 (er vindt geen heroverdracht plaats tussen deze twee
apparaten).
Zie "Repeaters inleren in repeaters" hieronder voor
inleerprocedure.
Sensoren in het paneel inleren
1.
Start de inleerprocedure op het paneel.
2.
Voer de inleerprocedure uit voor elke sensor die aan de
installatie moet worden toegevoegd. Raadpleeg de
sensorhandleiding voor meer informatie.
3.
Bevestig elke sensor in het paneel.
Repeaters in het paneel inleren
Opmerking:
Als de repeater is ingesteld op LoNa (DIP 6:
Aan), dan wordt het inleren van de repeater vanaf het NXG-
1820-EUR-touchpad niet ondersteund. Gebruik het NXG-183x-
EUR-toetsenbord, de webbrowser op het paneel of de
UltraSync+-app.
1.
Start de inleerprocedure in het paneel.
2.
Koppel om veiligheidsredenen de AC los van de repeater.
3.
Activeer sabotage (indien in 63bit-modus),
— of —
houd de diagnoseknop minimaal 3 seconden ingedrukt (bij
gebruik in 80+ LoNa-modus).
Doe het voor elke repeater in het systeem.
4.
Bevestig elke repeater in het paneel.
Sensoren inleren in repeaters
1.
Verander op de eerste repeater de status van DIP-
schakelaar 8 in Aan (configuratieschakelaar) om het
inleren van sensoren in de repeater mogelijk te maken.
2.
Voer een inleerprocedure uit op elke sensor die moet
worden toegevoegd aan de database van de eerste
repeater.
3.
Schakel de inleerstand op de eerste repeater uit - zet DIP-
schakelaar 8 weer op Uit.
4.
Zet de volgende repeater in de inleerstand.
5.
Voer een inleerprocedure uit op elke sensor die moet
worden toegevoegd aan de database van de volgende
repeater.
6.
Schakel de inleermodus op de repeater uit.
7.
Herhaal stap 4 t/m 5 voor andere repeaters.
Repeaters inleren in repeaters
Als een repeater verondersteld wordt signalen van een andere
repeater opnieuw uit te zenden (in een ketting- of gemengde
configuratie), moet voor elk van deze repeaters een
aanvullende inleerprocedure worden uitgevoerd:
1.
Zet de repeater die signalen van een andere repeater
opnieuw moet verzenden in de inleerstand - DIP-
schakelaar 8 op Aan.
2.
Activeer de sabotageschakelaar op de repeater waarnaar
u de signalen opnieuw wilt verzenden. De
P/N R466-5569-ML • REV C • ISS 18MAR21
loading