5.
GAIN-regelaar
Wijzigt het ingangsniveau. Pas het ingangsniveau aan zodat het
geschikt is voor het signaalniveau van muziekinstrumenten die met
de INPUT-aansluiting zijn verbonden.
TIP
Een hoge GAIN-instelling zorgt voor een overstuurd geluid.
TIP
Stel de GAIN-regelaar in op de hoogst mogelijke waarde voordat
het geluid wordt verstoord om het meest heldere geluid te
verkrijgen.
VOLUME-regelaar
6.
Wijzigt het volume van de gitaar (microfoon).
7.
Stroomlampje
Dit lampje licht op wanneer het toestel is ingeschakeld.
* Als de stroomvoorziening alleen met behulp van batterijen
gebeurt, zwakt het lampje tijdens het spelen af als de batterij
leeg raakt. Vervang de batterijen zo snel mogelijk.
8.
POWER-schakelaar
Deze schakelt de voeding in en uit.
→ De voeding in- en uitschakelen (p. 41)
9.
EQUALIZER
Dit is een driebands equalizer. Hiermee kunt u de toon van de gitaar
regelen.
BASS-regelaar
Wijzigt de tooneigenschappen van de lagere frequenties.
MIDDLE-regelaar
Wijzigt de tooneigenschappen van de middenfrequenties.
TREBLE-regelaar
Wijzigt de tooneigenschappen van de hogere frequenties.
10. EFX-regelaar (effecten)
Zet deze regelaar op CHORUS, FLANGER, PHASER of TREMOLO
om het overeenkomstige effect te selecteren. Draai aan de regelaar
om de sterkte van het effect te regelen.
CHORUS (ruimtelijk samengestelde chorus)
Dit gebruikt dezelfde ruimtelijk
samengestelde chorus als de JC-120 om
een breed geluid te leveren.
* De choruseffecten zijn zo ontworpen
dat ze zo doeltreffend mogelijk zijn wanneer u de ingebouwde
luidsprekers van het toestel gebruikt. De doeltreffendheid kan
verschillen wanneer u REC OUT/PHONE gebruikt in plaats van
de ingebouwde luidsprekers.
FLANGER
Dit flanger-effect geef een soort van
wervelend gevoel aan het geluid.
PHASER
Dit effect voegt een variabel gefaseerd
signaal aan het directe geluid toe, wat
het geluid een ronddraaiend karakter
geeft.
TREMOLO
Tremolo is een effect dat een cyclische
volumewijziging creëert.
* De maatstrepen voor CHORUS,
FLANGER, PHASER en TREMOLO op
het paneel zijn indicatief. Denk eraan uw geluid te controleren
bij het wijzigen van de effecten.
11. DELAY/REVERB-regelaar
Draai deze regelaar naar DELAY of REVERB om naar dat effect over
te schakelen. U kunt ook de hoeveelheid van het toegepaste effect
bepalen door de regelaar in de gewenste stand te zetten.
DELAY
Draai met de regelaar om het delayeffect
te wijzigen.
REVERB
Draai met de regelaar om het reverbeffect
te wijzigen.
* De maatstrepen voor DELAY en REVERB
op het paneel zijn indicatief. Denk eraan
uw geluid te controleren bij het wijzigen van de effecten.
12. RHYTHM GUIDE
Dit toestel is uitgerust met ritmepatronen op basis van drum/
percussie, die handig zijn als u alleen oefent. Naast oefenen met uw
gekozen beat, kunt u deze functie ook als metronoom gebruiken.
→ De RHYTHM GUIDE gebruiken (p. 45)
PATTERN-regelaar
Kiest het genre van het ritmepatroon.
START/STOP-knop
Start/stopt de RHYTHM GUIDE. Als u de RYTHM GUIDE start,
knippert het lampje in het tempo van de muziek.
TAP TEMPO-knop
Bepaalt het tempo van de RHYTHM GUIDE. Tik twee of drie keer op
deze knop in het gewenste tempo en de RYTHM GUIDE zal aan dat
tempo spelen.
VARIATION-knop
Kiest de variatie van het ritmepatroon. Elk genre bevat drie soorten
ritmevariaties. Door op de VARIATION-regelaar te drukken doorloopt
u de beschikbare variaties; het VARIATION-lampje zal uit zijn of groen
of rood branden om de variatiewijziging aan te geven.
VOLUME-regelaar
Wijzigt het volume van de RHYTHM GUIDE.
Paneelbeschrijvingen
43