Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
•
Inductieplaten zijn vervaardigd van glad, keramisch glas, de
hitte komt van een magnetische inductiespoel die het
kookgerei verhit maar niet de kookoppervlakte. De hitte uit
het kookgerei wordt naar het voedsel overgebracht.
•
Het is belangrijk dat u enkel metalen pannen gebruikt die
specifiek ontworpen en/of goedgekeurd zijn voor gebruik
op inductieplaten. Laat melamine of kunststof containers
niet in aanraking komen met de warmtezones.
•
Een pan met een ø van minder dan 140 mm zal mogelijk
niet gedetecteerd worden door de inductieplaat.
•
Gebruik geen kookgerei met gekartelde randen of een
gebogen basis.
•
Zorg ervoor dat de basis van uw pan glad is, plat op het glas
staat en dezelfde afmeting heeft als de kookzone. Als u een
kleinere pan gebruikt wordt de doeltreffendheid van de
plaat minder dan verwacht. Centreer de pan altijd op het
midden van de kookzone.
•
Til pannen altijd van de inductiekookplaat af. Schuif ze niet,
om krassen op het glas te voorkomen.
5 Opmerking: u kunt niet alle soorten pannen op de
keramische plaat gebruiken.
Voorgestelde afmetingen van pannen voor inductieplaat
De kookzones worden tot op zekere hoogte automatisch
aangepast aan de diameter van de pan. De bodem van deze pan
moet
echter
een
minimale
overeenstemming met de corresponderende kookzone. Om de
grootste efficiëntie te bereiken plaatst u de pan in het midden
van de kookzone.
Bodemdiameter van de pannen:
kookzone
Minimum (mm)
160 mm
140
180 mm
140
210 mm
160
280 mm
230
Flexibele zones
200
(alleen voor 50788)
4.2
Gebruik van uw inductiekookplaat
ON/OFF knop
4.2.1 Om te beginnen te koken
1. Nadat de inductiekookplaat op het stopcontact is
aangesloten en is ingeschakeld.
Druk op de ON/OFF controleknop en houd hem ongeveer 3
seconden ingedrukt totdat u een piepgeluid hoort, ten teken
dat de kookplaat aan staat. Nu gaat de kookplaat in de stand-by
modus, alle warmte-instellingsindicators en de timer indicator
laten "--" zien.
diameter
hebben,
in
Maximum (mm)
160
180
210
280
400 x 200
NL-5
2. Plaats een geschikte pan op de kookzone.
Zorg ervoor dat de bodem van de pan en het oppervlak van
de kookzone schoon en droog zijn.
3. Stel het hitteniveau van de kookzone in.
•
Er is een afzonderlijke "-" en "+" warmtecontroleknop voor
iedere kookzone van deze modellen. Stel de warmte-
instelling in door "- " of "+"aan te raken voor de betreffende
kookzone.
•
Druk op een van de twee knoppen en houd ze vast. De
waarde wordt snel hoger of lager in herhaalfunctie van 0
tot 9.
2) Voor alle modellen
Alvorens het warmteniveau in te stellen dient u de controleknop
voor de warmtezone aan te raken en de kookzone die u wilt
gebruiken te activeren. Wanneer de warmte-indicator van de
geselecteerde zone knippert, kunt u het warmteniveau als volgt
instellen:
•
Stel de hitte in door de schuifregelaar te verzetten.
A
Power Up
5 Opmerkingen
•
Nadat de stroom is aangezet geeft de zoemer eenmaal een
piepgeluid, alle indicators worden 1 seconde verlicht en
gaan daarna uit.
•
Wanneer de kookplaat in stand-by modus staat, slaat hij na
1 minuut automatisch weer af indien er geen activiteit is, en
geeft de zoemer eenmaal een piepsignaal.
•
Om de kookplaat aan te zetten, drukt u op de ON/OFF
controleknop en houdt u hem ongeveer 3 seconden lang
vast. Om uit te schakelen, drukt u wederom op de ON/OFF
knop.
•
Het stroomniveau kan versteld worden van 0 tot 9, de
standaardinstelling is niveau 5.
•
De warmte-indicator van de geselecteerde zone zal
knipperen wanneer hij wordt ingesteld. Na het instellen zal
hij 5 seconden knipperen. Wanneer het knipperen ophoudt
is de instelling bevestigd.
4.2.2 Om de kookplaat uit te zetten
1. U kunt de kookzone uitschakelen door de warmte-instelling
op 0 te zetten, dan zal de indicator "-" aangeven.
