Hoofdstuk 7 Metingen weergeven
Opmerking: Er kunnen maximaal 50 metingen worden opgeslagen op het
instrument. Als er 50 metingen zijn uitgevoerd, zullen nieuwe metingen de oudste
metingen vervangen.
1. Houd
3 seconden ingedrukt.
2. Druk op
totdat "rCL" wordt weergegeven en druk vervolgens op
.
"– 01 –" wordt weergegeven. Meting 01 is de laatste meting die is
uitgevoerd.
3. Druk op
om verder te bladeren.
Het metingsnummer wordt gevolgd door de meetwaarde en
vervolgens de tijd.
4. Om naar een metingsnummer te gaan, drukt u op
metingsnummer wordt weergegeven. Vervolgens drukt u op
.
Opmerking: Metingen kunnen niet worden verwijderd.
5. Houd
3 seconden ingedrukt om terug te gaan naar de
meetmodus.
Hoofdstuk 8 Kalibratie
Dit instrument is in de fabriek gekalibreerd. Er is geen kalibratie door
de gebruiker nodig.
8.1 Aanpassing van de standaardkalibratie
Gebruik de optie voor een aanpassing van de standaardkalibratie
(SCA) wanneer een kalibratie moet worden aangepast om aan de
voorschriften te voldoen. De fabriekskalibratie wordt enigszins
aangepast met de optie voor aanpassing van de standaardkalibratie
(SCA), zodat het instrument de verwachte waarde van de
standaardoplossing weergeeft. De aangepaste kalibratie wordt
vervolgens gebruikt voor alle testresultaten. Deze correctie kan de
testnauwkeurigheid verhogen wanneer er kleine verschillen zijn in de
reagentia of instrumenten.
Opmerking: Voor instrumenten met in de fabriek gekalibreerde bereiken of
methoden wordt de functie voor aanpassing van de standaardkalibratie (SCA)
uitgeschakeld wanneer door de gebruiker een kalibratie wordt ingevoerd in het
instrument. Om SCA weer in te schakelen, stelt u het instrument in op de
totdat een
of
Nederlands 159