inductiekookplaat zich uitschakelen om schade te voorkomen. Van zodra deze problemen
opgelost zijn, zal de inductiekookplaat opnieuw normaal werken.
Het detectiesysteem van de kookpot. Als de kookpot wordt weggenomen terwijl het
apparaat in werking is, zal de kookplaat stoppen met verwarmen. Daarna zal deze zich in
waakstand zetten.
Automatische uitschakeling. Wanneer de timer afloopt, zal het apparaat zich
automatisch uitschakelen tot de gebruiker de timer opnieuw inschakelt. Indien een plaat
tijdens het koken langdurig vergeten wordt zal het apparaat zich eveneens uitschakelen.
Vergrendeling van de bediening (10). Met deze toets wordt de volledige bediening
vergrendeld om het schoonmaken te vereenvoudigen en de kinderen niet bloot te stellen
aan gevaar.
3) GEBRUIK VAN UW APPARAAT
a)
Gebruik van het bedieningspaneel
De aanraaktoetsen werken bij aanraking. Het is niet noodzakelijk druk uit te oefenen.
Gebruik de basis van uw vinger en niet de vingertop zoals aangeduid op de onderstaande
afbeeldingen.
Laat uw vinger over de slider glijden om het vermogen te verhogen of verlagen.
Bij elke actie die geregistreerd wordt, zal u een "bip"-geluid horen.
Het bedieningspaneel moet steeds schoon, droog en mag niet bedekt worden door een
een voorwerp of stuk stof; zelfs een fijne waterfilm kan storingen veroorzaken.
b) Opstarten van het apparaat
Nadat het apparaat onder spanning werd gezet, zal er een alarm weerklinken en verschijnt er
op het scherm "L" (koud) of "H" (warm), waarmee aangegeven wordt dat de inductiekookplaat
ongeveer 60 graden warm is. Vervolgens drukt u op de Aan/Uit knop (7), op het scherm
verschijnt «----» wat betekent dat het apparaat zich in waakstand bevindt en kan worden
geprogrammeerd. U kunt nu uw inductiekookplaat gebruiken.
U hoeft nu enkel op toetsen + of – van uw apparaat te drukken om het gewenste vermogen te
selecteren of onmiddellijk gebruik te maken van de slider door uw vinger van links naar rechts
te bewegen of omgekeerd.
Plaats nooit een lege kookpot wanneer het apparaat in werking is.
48