•
Plaats de zonebegrenzingsraad niet over dezelfde zonebegrenzingsdraad
of een andere zonebegrenzingsdraadinstallatie. Dit kan interferentie met
het product en de zonebegrenzingsdraad veroorzaken. (Fig. 9)
•
Om de FlexiFence op afstand van de objecten te plaatsen, moet u
het gedeelte 'Onderzoeken waar u de begrenzingsdraad plaatst' in de
bedieningshandleiding voor de robotmaaier doorlezen.
Let op:
Gebruik de inbegrepen onderdelen voor installatie. Neem
contact op met uw Husqvarna-vertegenwoordiger voor meer onderdelen voor
installatie.
Het product installeren
1. Plaats de zonebegrenzingsdraad rond de te vermijden zone.
2. Snij de 2 uiteinden van de zonebegrenzingsdraad door.
3. Sluit 1 connector aan elk uiteinde van de zonebegrenzingsdraad aan.
4. Sluit de 2 connectoren (A) op de 2 aansluitingen op het product (B) aan.
(Fig. 10)
5. Gebruik een (plastic) hamer om de zonebegrenzingsdraad met krammen
in de grond te bevestigen. Zet de krammen maximaal 75 cm / 30 inch van
elkaar.
6. Plaats het product in de te vermijden zone en bevestig deze aan de grond
met krammen met een (plastic) hamer.
7. Schakel de Zonegenerator-functie van uw robotmaaier in. Raadpleeg de
bedieningshandleiding van de robotmaaier.
Let op:
Als het product geen Zonegenerator-menu heeft, is een
firmware-update van de robotmaaier noodzakelijk.
De installatie testen
1. Zet het product op ON en controleer of het led-indicatielampje groen
brandt.
2. Zorg ervoor dat ECO-modus van de robotmaaier uitgeschakeld is.
Raadpleeg de ECO-modus in de bedieningshandleiding van de
robotmaaier.
3. Plaats de robotmaaier 1-2 m voor de te vermijden zone. Zorg ervoor dat de
robotmaaier voorwaarts naar de te vermijden zone is gericht.
1685 - 004 - 26.10.2022
97