Gebruikershandleiding
E2
1-
Aansluiting gas (toorts 1)
2-
Aansluiting gas (toorts 2)
3-
Spoelhouder Ø 200 mm.(toorts 1)
4-
Spoelhouder Ø 200 mm (toorts 2)
5-
Kabelhouder
6-
Toortshouder
7-
HMI
8-
START/STOP schakelaar
9-
Kabel massaklem (3,5m)
E3
1-
Aansluiting gas (toorts 1)
2-
Aansluiting gas (toorts 2)
3-
Aansluiting gas (toorts 3)
4-
Spoelhouder Ø 200 mm.(toorts 1)
5-
Spoelhouder Ø 200 mm.(toorts 2)
6-
Spoelhouder Ø 200 mm.(toorts 3)
7-
Kabelhouder
8-
Toortshouder
9-
HMI
10- START/STOP schakelaar
INTERFACE HUMAN - MACHINE (HMI)
Lees de handleiding voor het gebruik van de bediening (HMI), die deel uitmaakt van de complete handleiding van het materiaal.
HMI
ELEKTRISCHE VOEDING - OPSTARTEN
• Dit materiaal wordt geleverd met een 16 A aansluiting type CEE 7/7, en mag alleen gebruikt worden in combinatie met een 230V enkelfase
elektrische installatie (50 - 60 Hz) met drie kabels waarvan één geaard.
De effectieve stroomafname (l1eff) bij optimaal gebruik staat aangegeven op het apparaat. Controleer of de stroomvoorziening en de bijbehorende
beveiligingen (netzekering en/of hoofdschakelaar) geschikt zijn voor de stroom die nodig is voor het gebruik van dit apparaat. In sommige landen kan
het nodig zijn om de elektrische aansluiting aan te passen, om het toestel optimaal te kunnen gebruiken.
• De vermogensbron is geschikt om te functioneren met een elektrische spanning van 230V -20% +15%. De stroombron schakelt over op beveiliging
wanneer de voedingsspanning lager is dan 185 Veff of hoger dan 265 Veff. (een storingscode verschijnt dan op het scherm).
• U start het apparaat op door een druk op de START/STOP schakelaar (ON/AAN), en u schakelt het weer uit met en druk op dezelfde schakelaar
(OFF/UIT). Waarschuwing ! Nooit de stroomvoorziening afsluiten wanneer het apparaat oplaadt.
AANSLUITEN OP EEN STROOMGENERATOR
Deze apparatuur kan worden gebruikt met een stroomgenerator, op voorwaarde dat deze hulpspanning aan de volgende eisen voldoet :
- De spanning moet een wisselspanning zijn, de effectieve waarde moet 230 V -20% +15% zijn en de piekspanning mag niet hoger zijn dan 400V.
- De frequentie moet tussen de 50 en 60 Hz liggen.
Het is absoluut noodzakelijk om deze voorwaarden te controleren, omdat veel generatoren hoge spanningspieken produceren die het materiaal
kunnen beschadigen.
GEBRUIK VAN VERLENGSNOEREN
Alle gebruikte verlengsnoeren moeten de voor het apparaat geschikte lengte en kabelsectie hebben. Gebruik een verlengsnoer dat voldoet aan de
nationale regelgeving.
Ingangsspanning
230 V
52
Vertaling van de originele handleiding
Doorsnede van het verlengsnoer (<45m)
2.5 mm²
10-
Euro-aansluiting (toorts 1)
11-
Euro-aansluiting (toorts 2)
12-
Passage sas-afscheiding
13-
Voedingskabel (6.25m)
14-
Houder gasfles 4 m3 of 2 x 4 m3
15-
USB-klepje
16-
Draadaanvoer (toorts 1)
17-
Draadaanvoer (toorts 2)
11-
Kabel massaklem (3,5m)
12-
Euro-aansluiting (toorts 1)
13-
Euro-aansluiting (toorts 2)
14-
Euro-aansluiting (toorts 3)
15-
Passage sas-afscheiding
16-
Voedingskabel (6.25m)
17-
Houder gasfles 4 m3 of 2 x 4 m3
18-
USB-klepje
19-
Draadaanvoer (toorts 1)
20-
Draadaanvoer (toorts 2)
21.
Draadaanvoer (toorts 3)
E1 - E2 - E3 GYS AUTO