Afstelling van de remmen
Afstelling van de remklauw
Gebruik, in geval de rem te strak of te ontspannen is, de
ringsleutel met dubbele zeskant om de schroef (A) los te
draaien; pas vervolgens de remkabel aan (kort de remkabel
naar boven in indien te strak. Trek de remkabel omlaag indien
te ontspannen); scherp tenslotte de schroef (A) weer aan.
Als het ook na het volgen van de eerste stap te los of te
strak zit, kan het nodig zijn om het (vaste) remblok af te
stellen via het wiel aan de andere kant. Gebruik de ringsleutel
met dubbele zeskant om het remblok (B) weg te bewegen
(linksom) of dichterbij te brengen (rechtsom) (zie afbeelding).
Controleer de correcte uitlijning tussen de remklauw en de
schijfrem. Gebruik indien nodig de schroeven C en D om de
positie/uitlijning op de schijf aan te passen.
Voor de remklauw van de achterrem draait u de schroeven C
en D los en verwijdert u deze, waarna u de remklauw van de
schijf verwijdert.
236