Productbeschrijving; Veiligheidsinstructies; Belangrijke Opmerkingen - JBM 53688 Manual De Instrucciones

NL
INSTRUCTIEHANDLEIDING
BELANGRIJKE INFORMATIE! U moet helemaal opladen voordat u het voertuig voor het eerst
gaat gebruiken, en ook na elke hulpstart, en na elke 30 dagen
PRODUCT BESCHRIJVING
Het startapparaat is ontworpen om auto's, motorboten
en andere voertuigen te starten, als het onder norma-
le omstandigheden onmogelijk is om hun motor zonder
hulp van omstanders te starten. Het apparaat is voor-
zien van een 12/24 V-voeding, die kan worden gebruikt in
noodsituaties, evenals van LED-indicatoren om de inter-
ne status van de accu aan te geven. Dit startapparaat
kan apparaten die zijn ontworpen voor spanning 12 V DC
voeden via een speciaal stopcontact en kan ook wor-
den opgeladen via een externe lader door deze op een
oplaadpunt aan te sluiten. Om de accu te beschermen,
is een automatisch overbelastingsbeveiligingssysteem
voorzien.

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

WAARSCHUWING! Lees alle waarschuwingen en vei-
ligheidsinstructies. Als je aan deze eis niet voldoet, kan
dit elektrische schokken, brand en/of ernstig letsel ve-
roorzaken.
• Zorg ervoor, dat je werkomgeving schoon en goed
verlicht blijft.
• Laat geen kinderen of onbevoegde personen in de
buurt van de werkomgeving zijn.
• Gebruik het gereedschap niet als je moe bent, in
een staat van alcohol- of drugsintoxicatie of onder
invloed van medicijnen bent.
• Werk in geschikte kleding. Draag geen losse kleding
of sieraden; verberg lang haar.
• Zorg ervoor dat je een veiligheidsbril en een masker
draagt.
• Gebruik het gereedschap niet in de buurt van on-
tvlambare vloeistoffen.
• Zorg ervoor dat er geen water of vocht in het ge-
reedschap binnendringt.
• Controleer of de schakelaar (zwarte draaiknop) in
de uit-stand staat wanneer het apparaat niet wor-
dt gebruikt. Dit voorkomt schade door onbedoelde
kortsluiting van de rode en zwarte aansluitklemmen.
• Verbind de rode en zwarte klemmen niet rechtstree-
ks of tegelijkertijd met dezelfde geleider.
• Controleer voordat u met de werkzaamheden be-
gint of de accuspanning met de geselecteerde
spanning op het startapparaat overeenkomt en
zorg er ook voor dat de polariteit van de aansluiting
van de klemmen klopt.
LET OP! Gebruik de starter niet als alternatief voor de
accu van de auto en de voertuigvoedingsbron.
• Trek of draag het apparaat niet aan de kabels of
trek niet aan de clips van de batterijpolen.
• Bewaar het product niet in een vochtige omgeving
of op plaatsen waar de temperatuur 50°C kan over-
schrijden.
• Als u accuzuur op je huid, kleding of ogen raakt, zorg
dan voor zeep en water en spoel indien nodig onmi-
ddellijk naar behoren.

BELANGRIJKE OPMERKINGEN

1. De waarschuwingsindicator (7) verandert van kleur
bij verschillende frequenties en informeert de be-
diener:
• Als de polen op de batterijklemmen correct zijn
aangesloten, licht de indicator groen op.
• Bij een onjuiste aansluiting knippert de indicator
rood met twee flitsen per seconde en klinkt er een
pieptoon.
• Bij aansluiting op een auto met een ingebouwd 24
V-netwerk, wanneer de schakelaar op "12 V"-re-
gime is ingesteld, knippert de indicator rood met
twee flitsen per seconde en klinkt er een geluids-
signaal.
2. Als de spanning van de interne accu te laag is, kni-
ppert de laadstatusindicator (3) rood.
3. Om de starter opnieuw op te laden, moet de 12/24
V-modusschakelaar (12) in de positie "12V" staan. Als
de gebruiker de schakelaar in de positie „OFF" of "24
V" zet, knippert de laadstatusindicator met 3 en 4
rode en groene flitsen en klinkt er een pieptoon.
WERKING
Het startapparaat opladen
LET OP! Voor het eerste gebruik controleer de status van
de interne voeding door op de toetsknop (9) te drukken
en de voltmeter (8) te controleren. Als de rode oplaadin-
dicator gaat branden, laad het apparaat zo snel moge-
lijk op.
1. Sluit de acculader op een stroombron aan.
2. Steek de laadstekker in de stopcontacten (11).
3. De LED-indicator (3) gaat branden wanneer het
startapparaat begint op te laden.
4. Nadat de startapparaat volledig is opgeladen,
gaat de LED (4) branden.
5. Koppel het ene uiteinde van de acculader van het
stopcontact en het andere van de stroombron los.
· 16 ·
REF. 53688