Gebruik alleen de meegeleverde
•
batterijlader om de batterij(en) op
te laden. Er bestaat gevaar van ex-
plosie of brand wanneer men een
batterijlader die bedoeld is voor het
opladen van een bepaald type ba-
tterijen gebruikt voor het opladen
van een ander type batterijen.
Gebruik het apparaat uitsluitend
•
met batterijen die er specifiek ges-
chikt voor zijn. Het gebruik van
andere batterijen kan explosie- of
brandgevaar opleveren.
DE BATTERIJ OPLADEN
Waarschuwing: Nieuwe batterijen
•
zijn bij aanschaf niet volledig op-
geladen en moeten voor het eerste
gebruik geheel worden opgeladen.
De batterij moet tussen 4 en 40ºC
•
worden opgeladen
Steek de stekker van de lader in
•
de stroomingang van het apparaat
aan de achter-/onderkant van het
apparaat.
Steek de batterijlader in het stop-
•
contact.
Tijdens het opladen van de batte-
•
rij, knipperthet rode controlelampje
om aan te geven dat het laadsta-
tion de batterij aan het laden is.
Wanneer de batterij opgeladen is,
•
verandert het controlelampje van
rood in blauw.
Het duurt ongeveer 2 tot 3 uur om
•
de batterij volledig op te laden. De
batterij moet niet te lang worden
opgeladen (hoewel het wordt aan-
bevolen de eerste keer 3 uur op te
laden).
Als het opladen voltooid is moet
•
u de stekker van de lader uit het
stopcontact trekken.
CONTROLE VAN DE LADING VAN
DE BATTERIJ:
Het controlelampje verandert van
•
kleur wanneer de batterij geheel
opgeladen is.
Opmerking: Voor een maximale
•
levensduur van de batterij bevelen
we aan de batterij pas op te laden
als zij geheel ontladen is.
GEBRUIKSAANWIJZING
OPMERKINGEN VOORAFGAAND
AAN HET GEBRUIK:
Controleer dat al het verpakkings-
•
materiaal van het product verwij-
derd is.
Het is belangrijk de batterijen vo-
•
lledig op te laden alvorens het pro-
duct de eerste maal te gebruiken.
GEBRUIK:
Het apparaat kan op het lichtnet of
•
op batterijen werken.
Rol de kabel helemaal af alvorens
•
de stekker in het stopcontact te
steken.
NL