NL
Richt het pistoolmondstuk op de plaats van het aanbrengen van lijm (V), druk op de trekker, gesmolten lijm zal uit het pistoolmondstuk stromen. Het daarop-
volgende indrukken van de trekker zal ervoor zorgen dat opeenvolgende delen lijm uit het pistoolmondstuk stromen.
Breng lijm aan op de gelijmde oppervlakken, druk ze samen en wacht. Na ca. 1-2 minuten is de verbinding gereed.
Let op! Raak geen hete lijm aan. Hoge temperaturen kunnen brandwonden veroorzaken.
Onderbreking van de verwarming treedt op na het loslaten van de druk op de trekker.
Vanwege thermische traagheid kan er nog enige tijd lijm uit het mondstuk worden uitgestoten nadat de triggerdruk is opgeheven.
Als u op de schakelaar drukt, wordt het pistool uitgeschakeld. Het aan / uit-lampje en de lamp die de spuitmond van het pistool verlicht, gaan uit.
Laat het pistool afkoelen en ga dan verder met onderhoud.
Nuttige adviezen m.b.t. werk met het product
Geen lijm aanbrengen op producten die gevoelig zijn voor hoge temperaturen.
Schuimproducten (bijv. piepschuim) kunnen worden gelijmd onder voorwaarde dat ze een beschermlaag hebben. Breng geen lijm direct op het schuimpro-
duct aan!
De te lijmen oppervlakken moeten schoon, droog en vetvrij zijn. Als het te lijmen oppervlak het toestaat, wordt aanbevolen om het af te schuren, bijvoorbeeld
met schuurpapier. Dit vergroot de ruwheid van het oppervlak zodat er meer contact is tussen de lijm en het oppervlak.
Voor grote oppervlakken wordt het lijmen in 'klodders' aanbevolen. Breng hiervoor gelijkmatig lijmklodders aan over het gehele oppervlak. De lijm hardt snel
na het verlaten van het mondstuk. Houd hier rekening mee tijdens het lijmen van grote oppervlakken. Materiaal dat grote hoeveelheden lijm nodig heeft
indien mogelijk in etappes lijmen.
Breng bij textiel of soortgelijk materiaal de lijm aan in een S-vorm.
ONDERHOUD EN CONTROLE
LET OP! Voordat men start met het afstellen, technisch onderhoud of het uitvoeren van controles dient de stekker van het apparaat uit het stopcontact te wor-
den gehaald. Aan het einde van de werkzaamheden dient men de technische staat van het elektrische apparaat te controleren door middel van een visuele
inspectie en een beoordeling van de behuizing, het handvat, stroomkabel, doorgankelijkheid van de ventilatiesleuven, borstels die eventuele vonken afgeven,
geluidsniveau van de werking van de lagers en tandwielen, het opstarten en uniformiteit van de werking van het apparaat. Tijdens de garantieperiode dient
men het elektrische apparaat niet te demonteren en dient men tevens geen onderdelen te vervangen aangezien dit de garantie ongeldig zal maken. In geval
van eventuele onregelmatigheden die tijdens een controle zijn vastgesteld of tijdens de werkzaamheden dient het apparaat ter reparatie te worden aangebo-
den bij een daarvoor bestemd servicepunt. Na de werkzaamheden dient men de behuizing, ventilatieopeningen, schakelaars, extra handvaten en behuizing
schoon te maken door middel van bv. luchtdruk (met een druk van max. 0,3 MPa), of door middel van een borstel/ kwast of droge doek zonder gebruik van
chemicaliën en reinigingsvloeistoff en. Aanvullende onderdelen en de handvaten schoonmaken met een droge, schone doek.
64
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S