NL
lasschild of 140 l/min bij gebruik met het automatische Eye-Tech lasschild en een volledig opgeladen batterij. Het typische
luchtdebiet van het systeem is 160 l/min maar varieert afhankelijk van de batterijlading en de filtertoestand.
Het luchtdebiet moet altijd voor het gebruik worden gecontroleerd en wanneer u een ontoereikend luchtdebiet vermoedt.
Het luchtdebiet van de turbosystemen wordt met een geďnstalleerde filter (en voorfilter, indien gebruikt), een opge-
laden batterijpakket en ingeschakeld systeem gecontroleerd.
Werkingsprincipe
De luchtstroomindicator is ontworpen om in het midden van de gefiltreerde luchtstroom te worden geďnstalleerd. De indicator
stijgt evenredig aan de luchtstroom wanneer de luchtstroom de indicator passeert.
De gemeten luchtstroom kan hierna afgelezen worden op een verdeelschaal die zich op het huis van de indicator bevindt.
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen
Om de optimale nauwkeurigheid van uw luchtstroomindicator te garanderen, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen
worden getroffen: -
Als de indicator niet wordt gebruikt, moet de indicator in de volgende omstandigheden worden opgeslagen om fysieke
beschadiging te voorkomen:
• +5°C tot 35°C bij een relatieve vochtigheid van <90%.
• uit de buurt van direct zonlicht.
• De indicator moet schoon en vrij van verontreiniging zijn.
• De indicator mag niet worden versteld, omgebouwd of voorzien worden van aanvullende merktekens.
Gebruiksmethode
Voor het gebruik:
Inspecteer de luchtstroomindicator met het blote oog op tekenen van beschadiging, verontreiniging of vervorming.
Controleer of het batterijpakket in goede staat verkeert en volledig is opgeladen.
Controleer of de filter is geďnstalleerd. (en de voorfilter, indien gebruikt).
Plaats het turbosysteem verticaal om dit te testen. (Zie schema I).
Maak de uitlaatring (zie schema I) los en verwijder de luchtslang (indien aangesloten), controleer of de uitlaatring zich te allen
tijde tijdens de luchtstroomtest in de ONTGRENDELDE stand bevindt.
Schakel het systeem in en laat dit minstens 10 seconden draaien.
Plaats de luchtstroomindicator in de uitlaatring met de letters van de verdeelschaal in de verticale stand en tegenover de
voorkant van het systeem.
Observeer het luchtdebiet dat op de verdeelschaal is weergegeven (zie schema II, III of IV). Zorg ervoor dat uw oog zich op
de hoogte van de bovenkant van de uitlaatring bevindt wanneer u de schaal leest.
Opmerking: Het is mogelijk dat het luchtdebiet van het ademhalingssysteem, indien dit uitgerust is met een volledig opge-
laden batterijpakket en een nieuwe of bruikbare filter/voorfilter, de in de uitlaatring geďnstalleerde luchtstroomindicator (zie
schema I) uitstoot.
Dit is geen foutconditie maar een aanduiding dat het luchtdebiet zich boven de ontwerplimiet van de indicator bevindt; het
duidt een toereikend luchtdebiet aan.
Als u de filter heeft vervangen en de batterij volledig heeft opgeladen en lijn B is nog steeds niet zichtbaar, dan moeten het
systeem en de batterij aan de leverancier worden geretourneerd.
INSTALLATIE VAN LUCHTSTROOMINDICATOR
Lijn B is volledig zichtbaar
Het luchtdebiet van het systeem is toereikend.
Lijn A is volledig zichtbaar, B is niet zichtbaar
De batterij is minder dan 50% opgeladen
(met nieuwe filter).
Filter verstopt (met volledig opgeladen batterij).
Lijn A is niet zichtbaar
Batterij leeg of verstopte filter.
Vervang de filter om te controleren of de batterij
ontladen is en test opnieuw. Laad de batterij op
om te controleren of de filter verstopt is en test
opnieuw.
91