AUDIO‑INSTELLINGEN
Voor het
Doe dit
Kiezen van een
Druk herhaaldelijk op EQ.
vastgelegde
FLAT (basisinstelling), NATURAL, DYNAMIC, VOCAL BOOST, BASS
equalizer
BOOST, USER
1
Vastleggen
Houd EQ even ingedrukt.
van uw eigen
2
Draai de volumeknop om een keuze te maken en druk
geluidsinstellingen
vervolgens op de knop.
SUB.W *
BASS LVL:
MID LVL:
TRE LVL:
• De instelling wordt onder [USER] in EQ vastgelegd.
• Druk op G T/P om naar het voorgaande onderdeel terug te keren.
• Druk op EQ om te stoppen.
*
1
Verschijnt alleen wanneer [L/O MODE] op [SUB.W] en [SUB.W] op [ON] is gesteld.
Overige instellingen
1
Houd MENU even ingedrukt.
2
Draai de volumeknop om [PRO EQ] of [AUDIO] te kiezen en druk vervolgens op de knop.
3
Draai de volumeknop om een keuze te maken (zie de tabel hieronder) en druk
vervolgens op de knop.
Herhaal stap 3 totdat het gewenste onderdeel is gekozen.
4
Druk op MENU om te verlaten.
PRO EQ
BASS
Frequentie:
60/ 80/ 100/ 200 Hz
Niveau:
–06 tot +06
Q:
Q1.0/ Q1.25/ Q1.5/ Q2.0
MIDDLE
0.5/ 1.0/ 1.5/ 2.5 kHz
Frequentie:
Niveau:
–06 tot +06
Q:
Q0.75/ Q1.0/ Q1.25
TREBLE
Frequentie:
10.0/ 12.5/ 15.0/ 17.5 kHz
Niveau:
–06 tot +06
Q:
Q FIX
De instelling wordt onder [USER] in EQ vastgelegd.
1
:
–08 tot +08
Basisinstelling: (00)
–06 tot +06
–06 tot +06
–06 tot +06
Basisinstelling: (80 Hz)
Basisinstelling: (1.0 kHz)
Basisinstelling: (10.0 kHz)
AUDIO
FADER *
2
*
3
R06 — F06 (00): Instellen van het balans tussen de achter- en
voorluidspreker.
BALANCE *
L06 — R06 (00): Instellen van het balans tussen de linker- en
3
rechterluidspreker.
BASS BOOST
+01 / +02: Kiezen van het gewenste versterkingsniveau voor de
lage tonen. ; OFF: Geannuleerd.
LOUD
LOW / HIGH: Versterkt de lage en hoge frequenties voor een goed-
(00)
gebalanceerd geluid bij een laag volumeniveau. ; OFF: Geannuleerd.
(00)
–05 — +05 (00): Legt het volumeniveau voor iedere bron vast
VOL ADJUST
(00)
(in overeenstemming met het FM-volumeniveau). Kies alvorens
de instelling te maken eerst de gewenste bron. ("VOL ADJ FIX"
verschijnt indien FM is gekozen.)
SUB.W / REAR: Kiezen of achterluidsprekers of een subwoofer zijn
L/O MODE
aangesloten met de REAR/SW lijnuitgangsaansluitingen op het
achterpaneel van het toestel (via een externe versterker).
SUB.W *
4
ON / OFF: Activeren of uitschakelen van de subwooferuitgang.
SUB.W LPF *
5
THROUGH: Alle signalen worden naar de subwoofer gestuurd. ;
LOW 55Hz / MID 85Hz / HIGH 120Hz: Audiosignalen met lagere
frequenties dan 55 Hz/ 85 Hz/ 120 Hz worden naar de subwoofer
gestuurd.
SUB.W LEVEL *
5
–08 — +08 (00): Instellen van het subwooferuitgangsniveau.
BEEP
ON / OFF: Activeren of annuleren van de pieptoon na een toetsdruk.
TEL MUTING *
ON: Dempen van het geluid bij gebruik van een mobiele telefoon
6
(niet verbonden via de KS-BTA100). ; OFF: Geannuleerd.
(00)
AMP GAIN
LOW POWER: Beperken van het maximale volumeniveau tot
(Q1.0)
30. (Kies indien het maximale vermogen van iedere luidspreker
minder dan 50 W is ter bescherming van de luidsprekers.) ;
(00)
HIGH POWER: Het maximale volumeniveau is 50.
(Q1.25)
*
2
Stel het faderniveau op [00] indien u slechts twee luidsprekers gebruikt.
*
3
De instelling heeft geen effect op de subwooferuitgang.
*
(00)
4
Verschijnt alleen wanneer [L/O MODE] op [SUB.W] is gesteld.
*
(Q FIX)
5
Verschijnt alleen wanneer [SUB.W] op [ON] is gesteld.
*
6
Werkt niet indien [BT ADAPTER] is gekozen voor [AUX] in [SRC SELECT].
10
Basisinstelling: XX