nl
1
Inhanginrichting
2
Terugslagklep
3
Afsluitkraan
4
Geleidebuizen (niet inbegrepen)
5
Hijsmiddel
6
Bevestigingspunt voor hijsmiddel
VOORZICHTIG
Beschadiging van de pomp door verkeerde in-
stallatie
Let bij de installatie van de pomp op de volgende
punten:
• Max. toegestane aandraaimomenten in acht ne-
men: 15 Nm (11 ft·lb) (V05) of 25 Nm (18 ft·lb)
(V06)
• Plaats geen extra afdichting tussen flens en toe-
behoren! Op de pompflens is een afdichting ge-
monteerd!
• Gebruik alleen toebehoren met een flensvorm
conform EN 1092-2, type A. Het gebruik van an-
dere flensvormen is niet toegestaan!
‡
De bedrijfsruimte/opstellingsplaats is voorbereid voor de
installatie.
‡
De inhanginrichting en het leidingsysteem zijn geïnstal-
leerd.
‡
De pomp is voorbereid voor het bedrijf aan de inhangin-
richting.
1. Bevestig het hijsmiddel met een harp aan het bevesti-
gingspunt op de pomp.
2. Hijs de pomp op, draai deze boven de pompputopening
en laat de geleideklauw langzaam op de geleidebuis zak-
ken.
3. Laat de pomp zakken totdat deze contact maakt met de
inhanginrichting en automatisch wordt gekoppeld.
VOORZICHTIG! Houd de spanningskabels enigszins op
spanning tijdens het neerlaten van de pomp!
4. Maak het bevestigingsmiddel los van het hijsmiddel en
borg het aan de pompputuitgang tegen vallen.
5. Laat de spanningskabels door een elektromonteur in de
pompput installeren en op een vakkundige wijze uit de
pompput naar buiten voeren.
▶ De pomp is geïnstalleerd; nu kan de elektromonteur de
elektrische voeding aansluiten.
184
Installatie en elektrische aansluiting
6.4.5
Mobiele natte opstelling
WAARSCHUWING
Gevaar voor verbranding aan hete oppervlak-
ken!
Het motorhuis kan tijdens het bedrijf heet worden. Er
bestaat gevaar voor brandwonden. Laat de pomp na
het uitschakelen afkoelen tot de omgevingstempera-
tuur!
WAARSCHUWING
Afscheuren van de drukslang!
Door het afscheuren of wegslaan van de drukslang
kan er (ernstig) letsel ontstaan. Bevestig de drukslang
op een veilige wijze op de uitlaatopening! Voorkom
het knikken van de drukslang.
LET OP
Transportproblemen door te laag waterpeil
Het hydraulische systeem is zelfontluchtend. Kleinere
luchtbuffers worden tijdens het pompen opgelost.
Wanneer het debiet van het medium te ver daalt, kan
de transportstroom worden onderbroken. Het toege-
stane minimumwaterniveau is gelijk aan de bovenkant
van het hydraulische huis!
Voor de mobiele opstelling is de pomp voorzien van een
pompvoet. De pompvoet garandeert de vereiste mini-
mumbodemvrijheid alsmede een veilige opstelling op
vaste ondergrond. Dankzij deze opstellingswijze kan de
pomp op een plaats naar keuze in de bedrijfsruimte/op-
stellingplaats worden gepositioneerd. Bij opstellings-
plaatsen met een zachte ondergrond moet een harde
grondplaat worden gebruikt om inzakken te voorkomen.
Aan de perszijde wordt een drukslang aangesloten.
VOORZICHTIG! Als de motor tijdens het bedrijf boven
water komt, moet de bedrijfssituatie voor niet-onder-
gedompeld bedrijf (S2-15, S3 10 %*) worden gevolgd!
* Als voorafgaand aan het opnieuw inschakelen de ver-
eiste koeling van de motor is gegarandeerd, is de be-
drijfssituatie S3 25 % toegestaan! De motor moet gedu-
rende ten minste 1 min volledig zijn ondergedompeld,
om de vereiste koeling te garanderen!
WILO SE 2019-02