6. Problemen met het product opsporen
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan het
product begint, dient u er zeker van te
zijn dat de elektriciteitstoevoer is uitge-
schakeld en niet per ongeluk kan wor-
den ingeschakeld.
Zie ook paragraaf
5.4
Service-instructies.
Storing
1.
De motor schakelt niet
in wanneer het niveau
in de tank het inscha-
kelniveau bereikt.
2.
De motor bromt maar
werkt niet.
3.
De motor werkt con-
tinu of met onregelma-
tige tussenpozen.
4.
De pomp werkt, maar
levert niet het nomi-
nale debiet.
5.
De opvoerinstallatie
werkt langzaam.
6.
Ratelend geluid in de
opvoerinstallatie, maar
water wordt verpompt.
7.
Stank vanuit de tank.
Oorzaak
a)
Geen voedingsspanning.
b)
Er is een zekering doorgebrand.
Als een nieuwe zekering direct
weer doorbrandt, is de kabel of
de motor defect.
c)
De waaier of versnijder zit vast.
De thermische schakelaar is
geactiveerd.
d)
De leiding van de drukschake-
laar is geblokkeerd.
a)
De waaier of versnijder zit vast.
b)
De motor of condensator is
defect.
c)
De printplaat is defect.
a)
Er lekt water van de instroom-
opening naar de tank.
b)
Er lekt water vanuit de perslei-
ding terug naar de tank.
c)
De drukschakelaar is defect.
a)
De pomp of tank is geblok-
keerd.
b)
Er bevindt zich een luchtinslui-
ting in de pomp of de ontluch-
tingsopening in het pomphuis is
geblokkeerd.
c)
De persaansluiting of -leiding is
geblokkeerd.
a)
De persleiding is te lang of
heeft te veel bochten.
b)
Het pomphuis lekt.
c)
De hydraulica of versnijder is
geblokkeerd.
a)
Een vreemd voorwerp raakt de
waaier of versnijder.
a)
Het koolfilter is vervuild.
Oplossing
Herstel de voedingsspanning.
Vervang de zekering.
Meet de kabel en de motor door. Als de
kabel of de motor defect is, vervang dan
de defecte onderdelen.
Maak de waaier of versnijder vrij en
wacht tot de motor is afgekoeld en de
thermische schakelaar is gereset.
Verwijder de drukschakelaar en reinig de
leiding.
Maak de waaier of versnijder vrij en con-
troleer of deze vrij kan draaien.
Vervang de motor of de condensator.
Vervang de printplaat.
Controleer op lekkende toepassingen.
Controleer de terugslagklep.
Vervang de drukschakelaar.
Verwijder de blokkade.
Controleer de werking van het ontluch-
tingsventiel in de tank.
Controleer of het koolfilter niet nat is.
Controleer of de ontluchtingsopening in
het pomphuis niet geblokkeerd is.
Verwijder de blokkade.
Controleer de terugslagklep.
Vergroot de diameter van de persleiding.
Verander leidingen om het aantal boch-
ten te verminderen.
Werk scherpe bochten om tot flauwe
bochten.
Vervang het pomphuis (service-onder-
deel).
Controleer en reinig de hydraulica en de
versnijder.
Verwijder het vreemde voorwerp.
Vervang het koolfilter.
101