Anleitung_BT_AG_850_SPK2:_
NL
6.3 PROEFDRAAIEN VAN NIEUWE
SLIJPSCHIJVEN
De haakse slijper met gemonteerde slijp- of snijschijf
minstens 1 minuut vrij laten lopen. Vibrerende
schijven onmiddellijk vervangen.
7. Bediening
7.1 Schakelaar (fig. 4)
De haakse slijper is voorzien van een
veiligheidsschakelaar ter voorkoming van
ongelukken. Om het gereedschap in te schakelen de
schuif (a) naar rechts schuiven en tegelijkertijd de
AAN/UIT-schakelaar (2) naar voren schuiven en
indrukken. Om de haakse slijper uit te schakelen de
knop (2) achteraan indrukken. De knop (2) gaat dan
vanzelf terug naar zijn oorspronkelijke stand.
Wacht tot het gereedschap zijn maximaal
toerental heeft bereikt. Daarna kunt u de haakse
slijper op het werkstuk aanzetten en bewerken.
7.2. Verwisselen van slijpschijven (fig. 5)
Voor het verwisselen van slijpschijven hebt u de
bijgaande haaksleutel (5) nodig.
Netstekker uit het stopcontact trekken.
Eenvoudige verwisseling van schijf door
spilvergrendeling.
De spilvergrendeling indrukken en de slijpschijf
vergrendelen.
De flensmoer met behulp van de voorgatsleutel
open draaien. (fig. 5)
Verwissel van slijp- of snijschijf en draai dan de
flensmoer met de voorgatsleutel weer vast.
Let op!
De spilvergrendeling slechts bij stilstaande
motor en slijpspil drukken!
De spilvergrendeling moet U bij het verwisselen
van schijf blijven drukken.
Bij slijp- of snijschijven tot ongeveer 3 mm dikte de
flensmoer met de vlakke kant naar de slijp- of
snijschijf vastschroeven.
7.3 Plaatsing van de flensen bij gebruik van
slijpschijfen en snijschijven (afb. 6-9)
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen of rechte slijpschijf (afb. 7)
a) Spanflens
b) Flensmoer
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
gebogen snijschijf (afb. 8)
a) Spanflens
b) Flensmoer
22
24.04.2012
13:01 Uhr
Plaatsing van de flensen bij gebruik van een
rechte snijschijf (afb. 9)
a) Spanflens
b) Flensmoer
7.4 MOTOR
De motor moet tijdens de bewerking goed verlucht
worden. Daarom moeten de verluchtingsopeningen
altijd schoon gehouden worden.
7.5 SLIJPSCHIJVEN
De slijp- of snijschijf mag nooit groter zijn dan de
voorgeschreven diameter.
Controleer vóór het gebruik van de slijp- of
snijschijf haar aangeduid toerental.
Het toerental van de slijp- of snijschijf mag nooit
hoger zijn dan het nullasttoerental van de haakse
slijper.
Gebruik enkel slijp- of snijschijven die toegelaten
zijn voor een minimum toerental van 11000 min
en voor een omtreksnelheid van 80 m/sec.
Let bij gebruik van diamantsnijschijven op de
draairichting. De draairichtingspijl op de
diamantsnijschijf moet overeenkomen met de
richtingspijl op het gereedschap.
Controllate attentamente soprattutto il trasporto e la
conservazione per gli utensili di smerigliatura. Non
sottoponete gli utensili di smerigliatura a colpi, urti o
spigoli vivi (ad esempio in caso di trasporto o
conservazione in una cassetta per utensili). Ciò
potrebbe danneggiare gli utensili di smerigliatura,
come ad esempio causare screpolature e
rappresentare un serio pericolo per l'utilizzatore.
7.6 WERKWIJZE
7.6.1 Schrobslijpen
Let op!
Het best resultaat bij het schrobslijpen word bereikt
als U de slijpschijf in een hoek van 30° tot 40° ten
opzichte van het slijpvlak aanzet en gelijkmatig over
het werkstuk heen en weer beweegt.
7.6.2 Snijslijpen
Let op!
Bij het snijden de haakse slijper niet in het snijvlak
kantelen. De snijschijf moet een intacte snijrand
hebben.
Voor het snijden van hard gesteente gebruikt U het
best een diamant-snijschijf.
Seite 22
-1