Anleitung_BJS_650_1_E_SPK2__ 16.01.14 14:25 Seite 26
NL
Met behulp van de bijgaande
n
binnenzeskantsleutels de schroeven (a) op de
zaagbladopname (11) losdraaien.
Het zaagblad (10) de geleidegroef (b) van de
n
zaagbladhouder (11) in schuiven tot tegen de
aanslag.
Haal de schroeven (a) aan m.b.v. de bijgaande
n
binnenzeskantsleutel.
De tanden van het zaagblad moeten in
n
snijrichting wijzen. Let er wel op dat het zaagblad
in de geleidegroef (b) van de zaagbladopname
(11) en de looprol zit.
Controleer of het zaagblad (10) vast in de
n
opname zit.
Het verwijderen van het zaagblad gebeurt in
n
omgekeerde volgorde.
5.3 Afstellen van de zaagschoen voor
versteksneden (fig. 4-5)
De schroeven voor zaagschoen (13) aan de
n
onderkant van de verstelbare zaagschoen (6)
losdraaien d.m.v. een binnenzeskantsleutel (4),
(fig. 4).
De zaagschoen (6) lichtjes naar voren trekken. De
n
zaagschoen kan nu tot 45° naar rechts worden
gekanteld.
Wordt de zaagschoen (6) terug naar achteren
n
geschoven functioneert dit telkens enkel in de bij
0°, 15°, 30° en 45° zich bevindende
grendelstanden die op de graadschaal voor de
zaagschoen (8) zijn gemerkt (fig. 5). Zaagschoen
in de overeenkomstige positie brengen en
schroef voor zaagschoen (13) aanhalen.
De zaagschoen (6) kan echter ook zonder
n
problemen op een ander hoekmaat worden
ingesteld. Daarvoor de zaagschoen (6) naar
voren trekken, de gewenste hoek instellen en de
schroef voor zaagschoen (13) opnieuw aanhalen.
6. Bediening
6.1 AAN/UIT-schakelaar (fig. 6, pos. 3)
Aanzetten:
AAN/UIT-schakelaar indrukken
Uitzetten:
AAN/UIT-schakelaar loslaten
6.2 Vastzetknop (fig. 6, pos. 2)
Met de vastzetknop (2) kan de AAN-/UIT-schakelaar
(3) tijdens het gebruik van de zaag worden
vergrendeld. Voor het uitschakelen de AAN-/UIT-
schakelaar (3) kort indrukken.
26
6.3 Elektronische voorinstelling van het toerental
(fig. 7, pos. 1)
Met de toerentalregelaar kan het gewenste toerental
vooraf worden ingesteld. Draai de toerentalregelaar in
richting PLUS om het toerental te verhogen, en in
richting MIN om het te verlagen. Het gepaste aantal
slagen is afhankelijk van het soort materiaal en van
de werkomstandigheden.
De algemene regels voor de snijsnelheid bij
verspanende bewerkingen zijn ook hier van
toepassing.
Met fijne zaagbladen kunt u over het algemeen met
een hoger aantal slagen werken; bij grovere
zaagbladen is een vermindering van de snelheid
vereist.
Stand 1-2 = laag aantal slagen (voor staal)
Stand 3-4 = middelgroot aantal slagen (voor staal,
zacht metaal, kunststof)
Stand 5-6 = hoog aantal slagen (voor zacht hout,
hard hout, zacht metaal, kunststof)
6.4 Afstelling van de pendelbeweging
(fig. 8, pos. 7)
Aan de omschakelaar voor de pendelbeweging
n
(7) kan de sterkte van de pendelbeweging van
het zaagblad (10) tijdens de slag worden
afgesteld.
U kan de snijsnelheid, de snijcapaciteit en het
n
snijpatroon aanpassen aan het te bewerken stuk.
Breng de omschakelaar voor pendelbeweging (7) in
één van de volgende standen.
Stand 0 = geen wipeffect
Materiaal: rubber, keramiek, aluminium, staal
Opmerking: voor fijne en schone snijkanten, dunne
materialen (b.v. bladmetaal) en harde materialen.
Stand 1 = klein wipeffect
Materiaal: kunststof, hout, aluminium
Opmerking: voor harde materialen
Stand 2 = middelmatig wipeffect
Materiaal: hout
Stand 3 = groot wipeffect
Materiaal: hout
Opmerking: voor zachte materialen en zagen met de
draad mee