•
Bewaar cellen of batterijen niet wanordelijk in een doos of lade waar ze
elkaar kunnen kortsluiten of door andere metalen voorwerpen kunnen
worden kortgesloten.
•
Verwijder een cel of batterij pas uit de originele verpakking als u die gaat
gebruiken.
•
Cellen of batterijen niet aan mechanische schokken blootstellen.
•
Als een cel lekt, laat de vloeistof dan niet met de huid of de ogen in contact
komen. Als dit toch gebeurt, moet u de vloeistof direct met veel water
afspoelen en medische hulp inroepen.
•
Let op de plus (+) en min (-) markeringen op de cel, batterij en apparatuur en
zorg dat het correct gebruikt wordt.
•
Gebruik geen cel of batterij die niet bedoeld is voor gebruik met de
apparatuur.
•
Raadpleeg onmiddellijk een arts als een cel of een batterij ingeslikt is.
•
Houd cellen en batterijen schoon en droog.
•
Veeg de cel of de batterijpolen met een schone, droge doek af als ze vuil zijn.
•
Gebruik de batterij of cel alleen op de wijze waarvoor deze bedoeld is.
•
Gebruik van de batterij door kinderen moet onder toezicht staan.
•
Meng geen cellen van verschillende productie, capaciteit, grootte of type in
een product.
•
Gooi de lege batterij op de juiste wijze weg.
•
Verwijder de batterij indien mogelijk uit het product wanneer het niet in
gebruik is.
•
Sommige draadloze apparaten kunnen storing veroorzaken op
implanteerbare medische apparaten en andere medische apparatuur, zoals
pacemakers, cochleaire implantaten en hoortoestellen. Voor meer informatie,
raadpleeg de fabrikant van uw medische apparatuur.
•
Gebruik het product niet waar het gebruik van draadloze apparaten
verboden is. Dit kan een storing van andere elektronische apparaten en dus
veiligheidsrisico's veroorzaken.
Plaatsen van de batterijen
1. Open het batterijcompartiment A
2. Plaats 3 AA-batterijen.
4
Zorg ervoor dat de (+) en (-) polariteitsaanduidingen overeenkomen.
4
3. Sluit A
.
4
.
17