Informationen zum Vorbild:
Bedingt durch die Erfahrungen im 1. Weltkrieg mit der zu diesem
Zeitpunkt schwer beschaffbaren Kohle als Energielieferant
beschloss die SBB neben der raschen Elektrifizierung des
Streckennetzes auch eine neue Rangierlokomotive mit Elektro-
antrieb zu entwickeln. Die ersten beiden Prototypen wurden
bereits 1924 in Dienst gestellt. 1928 erfolgte eine erste Serie.
Die 1932 in Dienst gestellte 2. Bauserie mit insgesamt 46 Loks
unterscheidet sich jedoch optisch markant von dieser ersten
Serie. Alle Nachfolgeserien, die sogar noch bis 1966 gefertigt
wurden, halten sich von den Proportionen her an die 2. Bauserie.
Mit einem Gewicht von nur 45 Tonnen konnte bei diesem Loktyp
eine Achslast von maximal 15 Tonnen eingehalten werden, Die
Höchstgeschwindigkeit von 40 km/h ermöglichte auch einen
Betrieb als Streckenlokomotive. Die anfängliche Leistung von
430 kW wurde bis zu 507 kW bei den letzten Modellen gesteigert.
Information about the Prototype:
IIn the light of the experiences in World War I with the shortages
in coal at that time, the SBB decided to develop a new electric
switch engine in addition to rapidly electrifying its route network.
The first two prototypes were placed into service as early as
1924. The first production group followed in 1928. The second
product group of 46 locomotives placed into service in 1932
differed quite a bit in appearance from the first series. All of
the production groups that followed right up to 1966 follow the
second group in their proportions. With a weight of only 45
metric tons, the axle load on this locomotive class could be held
to a maximum of 15 metric tons. The maximum speed of 40 km/h /
25 mph made it possible to run this locomotive as a road engine.
The initial performance of 430 kilowatts / 577 horsepower was
increased to 507 kilowatts / 680 horsepower on the last models.
2
All manuals and user guides at all-guides.com
Informations concernant la locomotive réele:
Compte tenu de l'expérience acquise au cours de la Première
Guerre mondiale avec le charbon en tant que source d'énergie et
par ailleurs fort difficile à se procurer à cette époque-là, les SBB
décidèrent de développer une nouvelle locomotive de manœuvre
à entraînement électrique du fait de l'électrification rapide du
réseau ferroviaire suisse. Les deux premiers prototypes furent
mis en service en 1924, suivis par une première série en 1928. Les
46 locomotives de la seconde série mises en service en 1932 se
différenciaient cependant sensiblement des machines de la pre-
mière au point de vue optique. Toutes les séries construites par la
suite jusqu'en 1966 ont conservé les proportions de cette seconde
série. Grâce à son faible poids total de 45 tonnes, la charge par
essieu a pu être limitée à 15 tonnes maximum. La vitesse maxima-
le de 40 km/h permettait à cette machine d'être également utilisée
en ligne. La puissance de 430 kW à l'origine a été augmentée
jusqu'à 507 kW en ce qui concerne les derniers exemplaires.
Informatie van het voorbeeld:
Vanwege de ervaringen in de Eerste Wereldoorlog met de op
dat moment moeilijk verkrijgbare kolen als energieleverancier
besloot de SBB behalve de snelle elektrificatie van het lijnennet
ook een nieuwe rangeerlocomotief met elektrische aandrijving
te ontwikkelen. De eerste beide prototypen werden reeds in
1924 in dienst genomen. In 1928 kwam de eerste serie tot stand.
De in 1932 in dienst genomen tweede serie met in totaal 46 locs
verschilt echter optisch opvallend van deze eerste serie. Alle vol-
gende series, die zelfs nog tot en met 1966 geproduceerd werden,
handhaafden de proporties van de tweede serie. Met een gewicht
van slechts 45 ton kon bij dit loctype een aslast van maximaal
15 ton aangehouden worden, De maximumsnelheid van 40 km/h
maakte ook gebruik als lijnlocomotief mogelijk. Het aanvankelijke
vermogen van 430 kW werd tot maximaal 507 kW bij de laatste
modellen opgevoerd.
