NEDERLANDS
1.1. De robot kan niet werken met een laag batterijpercentage. Laat de robot opladen voordat
u hem opnieuw gebruikt.
1.2. De temperatuur van de kamer is lager dan 0 ºC of hoger dan 50 ºC. Gebruik de robot op
plaatsen waar de temperatuur binnen de aangegeven waarden ligt.
2.1. Er bevinden zich te veel obstakels in de buurt van het oplaadstation. Verplaats het
oplaadstation naar een plaats zonder obstakels.
2.2. Maak de oplaadpoorten schoon.
2.3. Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar aan staat.
2.4. De robot bevindt zich te ver van het oplaadstation. Plaats de robot dichter bij het
oplaadstation en probeer het opnieuw.
2.5. Er is te weinig vrije ruimte rond het oplaadstation of de oplaadpoorten zijn niet schoon.
Zorg ervoor dat de oplaadpoorten schoon zijn.
3.1 Schakel de robot uit, zet de schakelaar uit en schakel de robot opnieuw in.
3.2 Druk op de Back home knop terwijl de robot ingeschakeld is en niet in het oplaadstation
staat. Zodra u een pieptoon hoort laat u de knop los en drukt u nogmaals tot de robot spreekt.
Dit is de manier om de robot te resetten.
4. De centrale borstel, de zijdelingse borstels of het wendbaar wieltje zijn verstrikt. Schakel de
robot uit en maak hem schoon.
5.1. Het vuilreservoir is vol. Leeg het reservoir en maak de hoogrendementsfilter schoon als het
geblokkeerd is.
5.2. De hoogrendementsfilter is geblokkeerd, maak hem schoon.
5.3. De centrale borstel is verstrikt met een vreemd object, maak hem schoon.
6.1. Het wifisignaal is slecht. Controleer het signaal.
6.2. De wifiverbinding is niet stabiel. Start de router opnieuw op, controleer of er updates zijn
voor de applicatie en probeer het opnieuw.
Schakel uw mobiele data uit om het verbindingsproces te optimaliseren.
7.1. Controleer of de robot in de nachtstand staat en verander de stand. De robot voert geen
geprogrammeerde schoonmaak uit als hij in de nachtstand staat.
7.2. Zorg ervoor dat de robot verbonden is met het netwerk. De robot kan geen geprogrammeerde
schoonmaak uitvoeren zonder verbinding.
8.1. De robot berekent en plant nadat hij heeft schoongemaakt in de puntsgewijze stand of
nadat hij van beginpositie is veranderd.
8.2. Als het oplaadstation te ver verwijderd is van de robot kan de robot niet automatisch
terugkeren. Breng de robot handmatig naar het oplaadstation.
9. Zorg ervoor dat de robot niet in de nachtstand staat. In deze stand hervat de robot de
schoonmaak niet. Als de robot handmatig op het oplaadstation geplaatst wordt hervat hij de
schoonmaak evenmin.
10. Zorg ervoor dat de robot correct verbonden is met het wifinetwerk en dat alle zones een
goed wifisignaal hebben.
11. Zorg ervoor dat de robot en het oplaadstation zich in een zone met een goed wifisignaal
bevinden. Start de router opnieuw op en probeer de robot nog een keer te verbinden.
111