5.3
De ontvanger instellen
Houd [SET] gedurende 2 seconden ingedrukt om naar de instelmodus te gaan. Verander het knipperende
cijfer met [TEMP./+] of [BARO./-], bevestig met [SET] om naar de volgende instelling te gaan.
De instelvolgorde is als volgt:
pieptoon reset tijdzone 12/24u-weergave uren minuten datumformaat D-M/M-D jaar
maand dag temperatuureenheid luchtdrukeenheid noordelijk/zuidelijk halfrond verlaten.
5.4
De luchtdruk weergeven
Luchtdrukhistogram
In normale modus, druk op [BARO./-] om de luchtdruk over 12, 24, 48 en 72 uur weer te geven. Druk op
[LIGHT/SNOOZE] om te verlaten.
Relatieve vs. absolute luchtdruk
Houd [BARO./-] gedurende 2 seconden ingedrukt om tussen de weergave van de relatieve (REL) en de
absolute (ABS) druk te schakelen.
Om de drukomstandigheden van de ene locatie met die van een andere locatie te vergelijken, corrigeren
meteorologen de druk naar zeeniveauomstandigheden. Omdat de luchtdruk afneemt naarmate u zich op
een grotere hoogte bevindt, is de gecorrigeerde druk op zeeniveau over het algemeen hoger dan de
gemeten druk.
De standaard luchtdruk op zeeniveau bedraagt 28.62 inHg of 759.81 mmHg of 1013 hPa. Voor meer
informatie over de luchtdrukwaarden, raadpleeg het internet of een officieel weerstation in de buurt.
5.5
Het dauwpunt weergeven
In normale modus, druk op [TEMP./+] om het dauwpunt weer te geven. Druk op [LIGHT/SNOOZE] om te
verlaten.
5.6
Alarmmodus
In normale modus, druk op [ALARM] om naar de alarmmodus te gaan. Om het alarm in stellen, houd
[ALARM] gedurende 2 seconden ingedrukt. Verander het knipperende cijfer met [TEMP./+] of [BARO./-],
bevestig met [SET] om naar de volgende instelling te gaan.
De instelvolgorde is als volgt:
uren minuten alarm aan/uit vorstalarm aan/uit verlaten.
Het vorstalarm wordt geactiveerd wanneer de buitentemperatuur daalt tot 2 °C/35.6 °F. Het symbool LO
verschijnt op de display.
Wanneer het alarm is geactiveerd, druk op [LIGHT/SNOOZE] om naar de sluimermodus te gaan of druk
op een willekeurige knop om het alarm uit te schakelen.
5.7
De ontvanger kalibreren
Houd [BARO./-] en [SET] gedurende 2 seconden ingedrukt om naar de kalibratiemodus te gaan.
Verander het knipperende cijfer met [TEMP./+] of [BARO./-], bevestig met [SET] om naar de volgende
instelling te gaan. Druk op [ALARM] om de kalibratiewaarden te resetten.
De instelvolgorde is als volgt:
buitentemperatuur vochtigheidsgraad buitenshuis binnentemperatuur vochtigheidsgraad
binnenshuis absolute luchtdruk verlaten.
Voorbeeld
Een gekalibreerde vloeistofthermometer geeft 30.0 °C weer terwijl de ontvanger 29.6 °C weergeeft. De
verschilwaarde is het verschil tussen de gekalibreerde temperatuur en de niet-gekalibreerde
temperatuur. In dit geval is dit 30.0 °C – 29.6 °C = 0.4 °C. Stel de verschilwaarde + 0.4 °C in.
5.8
Minimum/maximum-weergave
De minimum-/maximumwaard wordt onderaan elk segment weergegeven. Houd [TEMP] gedurende 2
seconden ingedrukt om alle waarden te wissen. Alle waarden worden dagelijks gewist.
V. 01 – 05/07/2017
WS2800MP
10
©Velleman nv