elektrische schok en is gevaarlijk.
OPMERKING: Het accupack is NIET opgeladen.
Deze moet u dus voor gebruik opladen.
De bijgeleverde batterijlader past bij de Lithium-
ionbatterij die in het apparaat is geplaatst. Gebruik
geen andere batterijlader.
2. CONTROLEREN VAN DE LAADTOESTAND
VAN HET ACCUPACK (ZIE AFB. G)
Het accuniveau komt u te weten via het accu-
indicatielampje door op de knop naast de lampjes te
drukken.
OPMERKING: Fig. G is alleen geschikt voor het
accupack met indicatielampje voor de accu..
3. DE BATTERIJEN OPLADEN (ZIE AFB. H)
De Lithium-ionbatterij is beschermd tegen volledig
ontladen. Als de batterij leeg is, wordt het toestel
uitgeschakeld door een beschermingscircuit.
In een warme omgeving, of na zwaar gebruik,
kan het batterijpak te heet worden om te kunnen
opladen. Laat de batterij enige tijd afkoelen voor het
heropladen.
OPMERKING: Laad de twee accu's altijd op
hetzelfde moment op. U vindt meer gedetailleerde
informatie in de handleiding voor het laadapparaat.
4. HET ACCUPACK VERWIJDEREN OF
PLAATSEN (ZIE AFB. I)
Druk de ontgrendelknop van het accupack in om
de twee accupacks uit uw gereedschap te kunnen
halen. Doe na het opladen de 2 accupacks in de
102
accuruimtes. U hoeft alleen maar licht te duwen
en wat druk uit te oefenen tot een klik hoorbaar
is. Controleer om te zien of de batterij volledig is
vastgemaakt.
OPMERKING:
• Verwijdert u het batterijpakket, houd het
dan stevig vast zodat het niet valt en letsel
veroorzaakt.
•
Dit apparaat draait alleen als er twee accu's
zijn geplaatst. Gebruik altijd dezelfde twee
accu's en laad de twee accu's op hetzelfde
moment op.
• Als u twee accu's met verschillend
vermogen gebruikt, zal de machine
alleen draaien volgens de laagste
gemeenschappelijke noemer.
5. ACCUWAARSCHUWINGSLAMPJE (ZIE AFB. J)
BEANGRIJK
Als er maar één lampje oplicht, is uw accu
vrijwel leeg, hoewel de machine nog steeds
in staat is om te werken. Als u doorgaat met
het gebruik van uw gereedschap met de accu
in deze ontladen toestand, dan tast dat de
levensduur en het vermogen van uw accu aan.
Als er geen enkel lampje brandt is minstens
één lampje niet geheel geïnstalleeerd of defect,
controleer dan of de accu's goed zijn geplaatst.
Draadloze kettingzaag
BATTERIJ STATUS
• Druk vóórdat u start of na gebruik de knop in
naast het vermogensindicatielampje op de
machine om de accucapaciteit te controleren.
• De accucapaciteit zal automatisch door de
accuvermogensindicator worden aangegeven. De
indicator controleert en toont de accutoestand als
volgt.
• Voor een machine met 2 accupacks
met verschillend vermogen toont het
vermogensindicatielampje de accutoestand van
de accu die het minste vermogen bevat.
Indicatie voor
de status
van het
accuvermogen
Vijf groene
De twee accu's zijn geheel
lampjes
opgeladen.
(
)
branden
Twee, drie of vier
De twee accu's hebben
groen lampjes
restvermogen. Hoe meer
branden.
lampjes oplichten, hoe meer
accuvermogen.
Er brandt maar
Het oplaadniveau van ten
één groen lampje (
minste één accupack is erg
)
laag. Controleer het accupack
en laad het op.
Er brandt geen
Minstens één accu is niet
enkel lampje.
geheel geïnstalleerd of de
accu is defect.
Er brandt maar
Tenminste één accu is te
één lampje
ver ontladen (raadpleeg de
tweemaal per
oplaadstatus van de accu).
cyclus.
Laad de twee accu's tegelijk
op voordat u ze opnieuw
gebruikt of opslaat.
Er brandt maar
Minstens één accu is heet.
één lampje
Wacht totdat hij is afgekoeld,
driemaal per
voordat u opnieuw opstart.
cyclus.
Er brandt maar
Het apparaat is overbelast.
één lampje
Haal het apparaat uit het
viermaal per
snoeigebied en probeer het
cyclus.
nog eens.
6. IN- EN UITSCHAKELEN (ZIE AFB. K)
Attentie: Controleer het accupack voordat
u uw draadloze gereedschap gaat
gebruiken. Gebruik alleen het accupack
dat in het hoofdstuk Accessoires figureert.
Als u de machine wilt inschakelen, drukt u op de
inschakelblokkering, vervolgens drukt u de aan/
uitschakelaar helemaal in en houdt u de schakelaar
Accustatus
NL