Grundfos SEG Instrucciones De Instalación Y Mantenimiento página 344

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 161
Voetbochtsysteem
Zie afb. A op pagina 581.
1. Boor montagegaten voor de beugel van de gelei-
destang binnenin de put en maak de beugel van
de geleidestang provisorisch vast met twee
schroeven.
2. Plaats het voetstuk van de voetbocht op de
bodem van de put. Gebruik een schietlood om de
juiste positie te bepalen. Maak de voetbochtkop-
peling met zware keilbouten vast.
Als de bodem van de put ongelijk is, dan moet
het voetstuk van de voetbocht worden onder-
steund zodat dit voetstuk recht staat bij het vast-
maken.
3. Monteer de afvoerleiding in overeenstemming
met de algemeen aanvaarde procedures, en zon-
der deze te verdraaien of bloot te stellen aan
spanningen.
4. Steek de geleidestangen in de ringen van het
voetstuk van de voetbocht en pas de lengte van
de geleidestangen aan ten opzichte van de
bovenste bevestigingsbeugel.
5. Schroef de provisorisch vastgemaakte beugel
van de geleidestang los, plaats deze boven op de
geleidestangen, en bevestig deze uiteindelijk ste-
vig aan de wand van de put.
De geleidestangen dienen absoluut
geen axiale speling te vertonen, aange-
N.B.
zien dit veel lawaai veroorzaakt als de
pomp in bedrijf is.
6. Eventueel puin dient uit de put te worden verwij-
derd, voordat u de pomp erin plaatst.
7. Monteer de geleideklauw aan de persopening
van de pomp.
8. Schuif de geleideklauw omlaag langs de geleide-
stangen, en laat de pomp in de put zakken door
middel van een geborgde ketting die aan de
ophangbeugel is vastgemaakt. Wanneer de
pomp het voetstuk met voetbochtkoppeling
bereikt, dan koppelt de pomp zich vanzelf.
Smeer de pakking van de geleidehaak
met vet in voordat u de pomp in de put
laat zakken.
Als de pomp het voetstuk van de auto-
Voorzichtig
koppeling heeft bereikt, schudt u de
pomp met behulp van de ketting om er
zeker van te zijn dat de pomp in de
juiste positie wordt geplaatst.
9. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
degelijke haak aan de bovenzijde van de pomp-
put en zorg ervoor dat de ketting niet in contact
kan komen met het pomphuis.
10. Pas de lengte van de motorkabel aan door deze
op te rollen op een trekontlaster zodat de kabel
niet wordt beschadigd tijdens bedrijf.
Maak de trekontlaster vast aan een degelijke
haak bovenin de put. Zorg ervoor dat de kabels
niet geknikt of afgekneld worden.
11. Sluit de motorkabel en de signaalkabel aan,
indien aanwezig.
344
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien
N.B.
water dan via de kabel in de motor kan
doordringen.
Bovenwaterkoppeling
Zie afb. B op pagina 582.
1. Plaats een bevestigingsbalk in de put.
2. Bevestig het stationaire deel van de snelkoppe-
ling bovenop de bevestigingsbalk.
3. Bevestig het aangepaste stuk leiding voor het
draaibare gedeelte van de bovenwaterkoppeling
op de persaansluiting van de pomp.
4. Bevestig een harpsluiting en een ketting aan het
draaibare gedeelte van de bovenwaterkoppeling.
5. Eventueel puin dient uit de put te worden verwij-
derd voordat u de pomp hierin laat zakken.
6. Laat de pomp in de put zakken door middel van
de geborgde ketting die aan de hijsbeugel is
vastgemaakt. Wanneer het draaibare gedeelte
van de bovenwaterkoppeling het stationaire
gedeelte bereikt, zullen deze twee zich automa-
tisch vastkoppelen.
7. Hang het uiteinde van de ketting op aan een
degelijke haak aan de bovenzijde van de pomp-
put en zorg ervoor dat de ketting niet in contact
kan komen met het pomphuis.
8. Pas de lengte van de motorkabel aan door deze
op te rollen op een trekontlaster zodat de kabel
niet wordt beschadigd tijdens bedrijf. Maak de
trekontlaster vast aan een degelijke haak
bovenin de put. Zorg ervoor dat de kabels niet
geknikt of afgekneld worden.
9. Sluit de motorkabel en de signaalkabel aan,
indien aanwezig.
Het vrije uiteinde van de kabel mag niet
worden ondergedompeld aangezien
N.B.
water dan via de kabel in de motor kan
doordringen.
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido