ONDERHOUD
Gebruik nooit benzine, oplosmiddel of een andere ontvlambare vloeistof om het apparaat te reinigen. Dampen kunnen ontbran-
den, waardoor het apparaat kan barsten en men ernstige letsels kan oplopen.
De oplosmiddelen die voor het reinigen van de gereedschapshouder en de behuizing worden gebruikt, kunnen de afdichtingen
verzachten. Droog het apparaat grondig af voordat u met de werkzaamheden begint.
Bij een storing aan het apparaat moet het apparaat onmiddellijk van het pneumatische systeem worden losgekoppeld.
Alle onderdelen van het pneumatische systeem moeten tegen verontreiniging zijn beschermd. Verontreinigingen die het pneu-
matische systeem binnendringen, kunnen het gereedschap en andere onderdelen van het pneumatische systeem beschadigen.
Onderhoud van het gereedschap vóór elk gebruik
Het gereedschap van het pneumatische systeem loskoppelen
Vóór elk gebruik een kleine hoeveelheid conserveringsmiddel (bijv. WD-40) via de luchtinlaat inbrengen.
Het gereedschap op het pneumatische systeem aansluiten en ca. 30 seconden laten draaien. Hierdoor kunt u het conserverings-
middel door de binnenkant van het apparaat verspreiden en het reinigen.
Het gereedschap van het pneumatische systeem nogmaals loskoppelen
Doe een kleine hoeveelheid SAE 10 olie in het gereedschap via de luchtinlaatopening en de daarvoor bestemde gaten. Het
gebruik van SAE 10 wordt aanbevolen voor het onderhoud van pneumatische gereedschappen. Gereedschap aansluiten en kort
laten lopen.
Let op! De WD-40 kan niet worden gebruikt als de eigenlijke smeerolie.
Veeg overtollige olie die eventueel via de uitlaatopeningen is ontsnapt, af. Achtergebleven olie kan de afdichtingen van het ge-
reedschap beschadigen.
Overig onderhoud
Controleer vóór elk gebruik van het apparaat of er geen beschadigingen aan het apparaat zijn opgetreden. Houd meenemers,
gereedschaphouders en assen schoon.
Laat het apparaat om de 6 maanden of na 100 bedrijfsuren door een gekwalifi ceerd personeel in een herstelwerkplaats con-
troleren. Als het apparaat zonder de aanbevolen luchttoevoer is gebruikt, moet het aantal inspecties van het apparaat worden
opgedreven.
Probleemoplossing
Stop het gebruik van het apparaat, zodra u een fout opmerkt. Het gebruik van een defect apparaat kan verwondingen tot gevolg
hebben. Reparaties of vervangingen van de onderdelen van het gereedschap moeten door gekwalifi ceerd personeel bij een
erkende reparateur worden uitgevoerd.
Defecten
Het gereedschap draait te
langzaam of start niet op
Het gereedschap start en
ontgrendelt daarna.
Onvoldoende vermogen
Na gebruik moeten het huis, de lamellen, schakelaars en de bijkomende handgreep en kap worden gereinigd, bijvoorbeeld met
een stroom lucht (bij een druk van ten hoogste 0,3 MPa), een borstel of een droge doek, zonder gebruik van chemicaliën en
reinigingsvloeistoff en. Reinig gereedschap en handgrepen met een droge, schone doek.
Gebruikte gereedschappen zijn secundaire grondstoff en - ze mogen niet met het huisvuil worden weggegooid, omdat ze stoff en
bevatten die gevaarlijk zijn voor de menselijke gezondheid en het milieu! Helpt u ons alstublieft actief bij het spaarzaam omgaan
met natuurlijke hulpbronnen en de bescherming van het milieu door gebruikte apparatuur over te maken aan een opslagplaats
voor afgedankte apparatuur. Om de hoeveelheid weggegooid afval te verminderen, is het noodzakelijk deze in een andere vorm
te hergebruiken, te recycleren of terug te winnen.
O O R S P R O N K E L I J K E
66
All manuals and user guides at all-guides.com
Mogelijke oplossing
Doe een kleine hoeveelheid WD-40 in de luchtinlaatopening. Start het apparaat voor enkele seconden. De messen konden aan de
rotor blijven kleven. Start het apparaat voor ongeveer 30 seconden. Smeer het apparaat met een kleine hoeveelheid olie. Let op!
Overtollige olie kan ertoe leiden dat het apparaat vermogen verliest. Reinig in dit geval de aandrijving.
De compressor zorgt niet voor de juiste luchttoevoer. Het apparaat wordt geactiveerd door de lucht die zich in het
compressorreservoir heeft opgehoopt. Bij het leeglopen van de tank houdt de compressor geen gelijke tred met het aanvullen van
luchttekorten. Sluit het apparaat aan op een effi ciëntere compressor.
Zorg ervoor dat uw slangen een inwendige diameter van minstens 3/8" hebben. Controleer de drukinstelling om er zeker van te
zijn dat deze op de maximum waarde is ingesteld. Zorg ervoor dat het apparaat goed is gereinigd en gesmeerd. Laat het apparaat
repareren als er geen resultaten zijn.
NL
I N S T R U C T I E S