8. Functies
8.1 Anti-pendel
Als er een klein lek in het systeem is, of als er een
kraan niet geheel is dichtgedraaid, zal de unit de
pomp periodiek in- en uitschakelen. Om pendelen te
voorkomen, zal de anti-pendel functie van de unit de
pomp uistchakelen en een alarm aangeven.
Standaard instelling: De functie is ingeschakeld.
In- en uitschakelen van de functie
1. Houd [Reset] drie seconden ingedrukt totdat
"Power on" begint te knipperen.
2. Selecteer of de functie in- of uitgeschakeld dient
te zijn. Elke keer dat [Reset] wordt ingedrukt,
wordt er gewisseld tussen in- en uitgeschakeld.
"Pump on" is uit wanneer de functie is uitgescha-
keld.
"Pump on" is aan wanneer de functie is inge-
schakeld.
3. Houd [Reset] 3 seconden ingedrukt om terug te
gaan naar bedrijf.
Een pendel alarm resetten
Als er een pendel alarm is afgegeven, kan de pomp
worden herstart door op [Reset] te drukken.
In geval van een heel laag verbruik, kan de
anti-pendel functie dit als pendelen
N.B.
beschouwen en de pomp onopzettelijk uit-
schakelen. Als dit gebeurt, kan de functie
worden uitgeschakeld.
8.2 Droogloopbeveiliging
De unit bevat droogloopbeveiliging die de pomp
automatisch uitschakelt in geval van drooglopen.
De droogloopbeveiliging functioneert anders tijdens
ontluchten en bedrijf.
Als er een droogloop alarm is afgegeven,
moet de oorzaak worden gevonden voor-
Voorzichtig
dat de pomp wordt herstart, om schade
aan de pomp te voorkomen.
8.2.1 Drooglopen tijdens ontluchten
Als de unit geen druk en geen debiet ontdekt binnen
5 minuten nadat het is aangesloten op de voedings-
spanning en de pomp is ingeschakeld, wordt het
droogloop alarm geactiveerd.
8.2.2 Drooglopen tijdens bedrijf
Als de unit geen druk en debiet ontdekt binnen
40 seconden tijdens normaal bedrijf, wordt het
droogloop alarm geactiveerd.
8.2.3 Resetten van het droogloop alarm
Als er een droogloop alarm is geactiveerd, kan de
pomp handmatig worden herstart door op [Reset] te
drukken. Als de unit geen druk en debiet ontdekt bin-
nen 40 seconden na herstarten, wordt het droogloop
alarm gereactiveerd.
90
9. Bescherming tegen vorst
Als de unit wordt blootgesteld aan vorst tijdens perio-
des van inactiviteit, moeten de unit en het leiding-
werk worden afgetapt voordat de unit uit bedrijf wordt
genomen.
De unit heeft geen aftap mogelijkheden,
maar door de unit in één van de posities te
N.B.
monteren zoals getoond in afb.
aftappen eenvoudiger.
Afb. 5
Monteerposities ter vereenvoudiging
van het aftappen
5
wordt