Algemeen overzicht
van de machine
1. Wielkoppelingshendel
2. Borstelhoekhendel
3. Borstelaandrijfhendel
4. Snelheidskeuzehendel
5. Handgreep
Bedieningsorganen
Bepaal vanuit de normale bestuurderspositie de
linker- en rechterzijde van de machine.
Chokeknop
De chokeknop is de bovenste hendel aan de
linkerachterkant van de motor, boven de brandstofklep
(Figuur
5).
De choke maakt het makkelijker een koude motor te
starten. Zet de hendel naar links, in de A
voor een koude start. Zet de choke niet in de
A
-stand als de motor warm is.
AN
Figuur 4
6. Tractiehendel
7. Dop van brandstoftank
8. Borstel en borstelkap
9. Pen om de borstelhoogte
in te stellen
-stand,
AN
1. Chokeknop
2. Brandstofklep
3. Gashendel
g325102
Brandstofklep
Met de brandstofklep kunt u de brandstoftoevoer
onderbreken als de machine enkele dagen niet
wordt gebruikt, in een gebouw wordt geparkeerd,
of van/naar het werkterrein wordt getransporteerd
(Figuur
5).
Zet de hendel naar links om de brandstoftoevoer
te onderbreken. Zet de hendel naar rechts om de
brandstoftoevoer in te schakelen.
Gashendel
De gashendel bevindt zich aan de rechterachterkant
van de motor, onder de brandstoftank
De gashendel wordt gebruikt om de snelheid van
de motor in te stellen. Beweeg de gashendel motor
naar links om de motorsnelheid te verhogen, en naar
rechts om deze te verlagen.
Motor aan/uit-schakelaar
Aan de rechterkant van de motor
Draai de schakelaar naar rechts, in de A
alvorens de motor in te schakelen. Draai de
schakelaar naar links, in de U
te stoppen.
7
Figuur 5
4. Handgreep van startkoord
5. Motor aan/uit-schakelaar
(Figuur
Figuur 5
-stand
AN
-stand om de motor
IT
g326826
5).