WERKMODUS CAMERA
Instructies voor cameramodus
U kunt de gewenste modus selecteren met behulp van de keuzeschijf voor modusselectie
aan de bovenkant van de camera.
Deze digitale camera beschikt over 5 werkmodi, die hieronder worden vermeld.
Modus OPNEMEN (
Deze modus wordt gebruikt het maken van foto's.
In deze modus kunnen de instellingen LCD BRIGHTNESS ,
QUICKVIEW, WHITE BALANCE en EV COMPENSATION
worden gewijzigd. De afbeeldingen worden opgeslagen in
het interne geheugen of op een CF CARD.
- Stel de scherpte in voordat u een foto gaat nemen.
Er zijn 2 soorten scherpteinstelling die kunnen worden geselecteerd met behulp van de
scherpteregeling.
Liggend / Staand (
Macro (
) : Voor een macrofoto
Instelbereik 0,4m ~ 0,8m
Opmerking
Wanneer u een macrofoto neemt, moet u een statief gebruiken om te voorkomen dat de
camera beweegt.
Gebruik het LCD-scherm wanneer u werkt met de Macromodus (0,4m~0,8m).
28
Wanneer een onderwerp wordt gefotografeerd van een afstand van minder dan 1,5m,
kan het uiteindelijke resultaat enigszins afwijken van wat u zag door de optische zoeker.
Daarom wordt in dat geval geadviseerd de compositie van uw foto's uit te voeren met
behulp van het LCD-scherm.
Modus AFSPELEN (
In deze modus kunnen de op de CF CARD of in het interne geheugen opgeslagen foto's
worden bekeken op het LCD-scherm aan de achterkant van de camera of op een externe
monitor met behulp van een video-uitgang.
U kunt de instellingen SLIDE SHOW, LCD brightness en DPOF wijzigen.
28
)
/
) : Voor een normale foto of een foto veraf
Instelbereik : 0,8m ~ oneindig
)