WERKMODUS CAMERA
Identificatie en Functies
Aan/uit-knop (POWER)
Druk op de aan/uit-knop om de camera in of uit te schakelen.
Als de camera is ingeschakeld en er geen knoppen worden ingedrukt, of als er gedurende 90
seconden geen communicatie met de host is, worden het LCD-display en het LCD-scherm
automatisch uitgeschakeld om de batterijen te sparen.
De camera staat in de standby-modus. Als er dan op een knop wordt gedrukt of als aan de
keuzeschijf voor de modusselectie wordt gedraaid, wordt de camera onmiddellijk weer in de
normale werkmodus gezet.
Als de camera langer dan 3 minuten niet wordt gebruikt, schakelt het systeem zichzelf uit en
moet op de aan/uit-knop worden gedrukt om de camera opnieuw in te schakelen.
De wisselstroomadapter en de batterijen hebben dezelfde instellingen als hierboven is
aangegeven.
Menuknop (MENU)
De menuknop is alleen actief in de modus OPNEMEN en in de modus AFSPELEN.
Druk op de menuknop om het menu OPNEMEN en het menu AFSPELEN in te schakelen.
U kunt het menu uitschakelen door nogmaals op de menuknop te drukken.
Sluiterknop
Druk op deze knop in de modus OPNEMEN om afbeeldingen vast te leggen, te verwerken en
op te slaan.Controleer, voordat u een foto neemt, of uw camera over voldoende
opslagcapaciteit beschikt en dat er genoeg licht is voor een geslaagde opname.
U kunt de DPOF-instelling wijzigen door op de sluiterknop te drukken in de modus AFSPELEN.
Raadpleeg pagina 40 voor meer informatie over DPOF.
Flitsknop (
)
De flitsmodus kan alleen worden ingesteld in de modus OPNEMEN.
De volgende 4 modi zijn beschikbaar:
Automatisch, Verwijderen van rode ogen, Steunflitsen Uit.
Kwaliteitsknop (
)
De beeldkwaliteit en resolutie kunnen alleen worden ingesteld in de modus OPNEMEN.
Deze camera biedt 6 verschillende combinaties van beeldresolutie en kwaliteit.
24