Camera monteren
Doorvoer voor de aansluitkabel van de camera maken (afb. h, pagina 8)
I
INSTRUCTIE
Gebruik voor de doorvoer van de aansluitkabels indien mogelijk reeds
aanwezige doorvoermogelijkheden, b. v. ventilatieroosters. Als er geen
doorvoeren zijn, moet u een gat van Ø 16 mm boren.
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
Controleer van tevoren of er voldoende ruimte is voor de boor aan de
achterkant.
➤ Boor in de buurt van de camera een gat van Ø 16 mm.
➤ Ontbraam alle boorgaten die in een metalen plaat zijn gemaakt en behandel ze
met antiroestmiddel.
➤ Voorzie alle doorvoeren met scherpe randen van een doorvoertule.
Camera en camerabescherming bevestigen
A
LET OP!
Monteer de camera nooit zonder de extra camerabescherming.
Gebruik voor de montage van de camerabescherming alleen de
meegeleverde schroeven M3 x 6 mm. Langere schroeven beschadigen
de camera.
➤ Schuif de camerabescherming (afb. 8 3, pagina 5) zo over de camera
– dat de bevestigingsboring van de camerabescherming (afb. i, pagina 8)
boven de 3-mm-schroefdraad van de camera ligt.
– dat de beide andere bevestigingsboringen (afb. i, pagina 8) boven de
3-mm-schroefdraden van de camera liggen.
➤ Bevestig de camerabescherming met de beide schroeven M3 x 6 mm in de
bevestigingsboring (afb. i, pagina 8).
➤ Schuif de camera in de camerahouder (afb. j, pagina 8).
A
LET OP!
Gebruik voor de montage van de camera in de camerahouder alleen de
meegeleverde schroeven. Langere schroeven beschadigen de camera.
➤ Bevestig de camera losjes met de vier schroeven M3 x 8 mm in de beide andere
bevestigingsboringen (afb. j, pagina 8).
De camera is nu gecentreerd.
128
CAM44
NL