INCIDENT
Op de temperatuurindicator
(2) knippert E:1 en er klinkt
een geluidssignaal. De oven
verwarmt niet meer.
Op de temperatuurindicator
(2) knippert E:1 en er klinkt
een geluidssignaal. De oven
verwarmt niet meer.
Op de temperatuurindicator
(2) knippert E:2 en er klinkt
een geluidssignaal.
Op de temperatuurindicator
(2) knippert E:3 en er klinkt
een geluidssignaal.
Op de temperatuurindicator
(2) knippert E:4 en er klinkt
een geluidssignaal. Het
lampje van de
deurvergrendeling (3) brandt.
OORZAAK
De ovendeur is niet
vergrendeld. De
deurvergrendeling werkte
niet.
De deur is vergrendeld maar
het lampje van de
deurvergrendeling (3) brandt
niet.
U hebt de deur geopend
voordat deze vergrendeld
werd.
U hebt de deur geopend
tijdens de pyrolysefunctie. De
deurvergrendeling heeft
daarna niet gewerkt.
De deur is vergrendeld zonder
dat er een pyrolysecyclus is
geprogrammeerd.
OPLOSSING
Raak een willekeurige sensor
aan om het alarm te stoppen.
Bel naar de Technische
dienst.
Raak tegelijkertijd de
sensoren
en (12) aan. De
deur moet nu ontgrendelen.
Bel vervolgens naar de
Technische dienst.
Raak een willekeurige sensor
aan om het alarm te stoppen.
Op het scherm (4) verschijnt
de resterende tijd voordat de
oven weer kan worden
gebruikt. Sluit de deur
wanneer op het scherm 0:00
verschijnt. Programmeer de
pyrolysefunctie opnieuw.
Bel naar de Technische
dienst. Uw oven werkt onder
omstandigheden die gevaar
kunnen veroorzaken. Tijdens
de pyrolysefunctie moet de
deur vergrendeld zijn.
Raak een willekeurige sensor
aan om het alarm te stoppen.
De aanwijzing E:4 blijft
knipperen en op het scherm
(4) verschijnt de tijd vóór de
ontgrendeling van de deur.
Na die tijd gaat het lampje (3)
uit en kan de deur worden
geopend. Raak een
willekeurige sensor aan
om het symbool E:4 te
verwijderen. Bel naar de
Technische dienst.
67